peri-operatieve zorg

Peri- operatieve zorg
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Peri- operatieve zorg

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

timer
0:30
perioperatieve zorg

Slide 3 - Woordweb

Benaming:
Preoperatieve zorg : zorg voor de operatie
Postoperatieve zorg: zorg na de operatie

Perioperatieve zorg: de specifieke zorg voor en na de operatie. Aandachtspunten; lichamelijke, psychische en sociaal.
Rol verpleegkundige is een coördinerend en voorlichtend.

Slide 4 - Tekstslide

Noem minimaal 1 verpleegkundig aandachtspunt binnen de pre-operatieve zorg

Slide 5 - Open vraag

Aandachtspunt

Verpleegkundige heeft coördinerende rol. 
Je weet welke route je zorgvrager aflegt.
Wat kan de zorgvrager verwachten, met wie krijgt hij te maken, hoe werken de procedures etc. Het traject van huisarts t/m nazorg thuis.
Electieve operatie: operatie waar iemand bewust voor kiest en gepland is. Het is niet direct medisch noodzakelijk.

Slide 6 - Tekstslide

Vermijdbare fouten voorkomen?  Peri- operatieve time-outs.
4 stopmomenten:
  1. Na pre-operatief onderzoek; informed consent.
  2. Voor de ok: planning
  3. Voor vertrek naar de holding
  4. A: Voor vertrek naar de operatiekamer, op de holding
   4. B: Voor de start van de operatie, op de operatiekamer

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

ASA schaal
ASA-klasse I : gezonde persoon, zonder regelmatig medicatiegebruik

ASA-klasse II : patiënt met een lichte aandoening waarvoor hij al dan niet medicatie neemt; deze aandoening beperkt zijn normale activiteiten niet ( bv.: matige hypertensie onder controle met medicatie )

ASA-klasse III : patiënt met een ernstige systeemaandoening waarvoor hij medicatie neemt; deze aandoening beperkt zijn normale activiteiten ( bv.: longziekten, ook morbide obesitas met B.M.I. > 30 )

ASA-klasse IV : patiënt met een zeer ernstige systeemaandoening, die een chronische bedreiging voor het leven vormt 

ASA-klasse V : een zwaar zieke patiënt waarvan men niet verwacht dat hij nog 24 uur zal overleven, met of zonder ingreep

Slide 9 - Tekstslide

Verschillende technieken Anesthesie
  • Algehele narcose
  • Epidurale anesthesie
  • Spinale anesthesie
  • Perifere zenuwblokkade 
  • Oppervlakte anesthesie
  • Infiltratie anesthesie.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Route naar de operatie
1: Zorgvrager heeft contact gehad met de operateur. 
2: Zorgvrager heeft contact met de anesthesist (pre operatieve poli).
3: Opname voor de operatie
4: Van verpleegafdeling naar Holding
5: Van Holding naar operatiekamer
6: Operatie kamer naar verkoeverkamer/ IC; dan terug naar verpleegafdeling. 

Slide 12 - Tekstslide

Pre-operatieve zorg
  • Routinezorg
  • Specifieke zorg



Slide 13 - Tekstslide

Pre operatieve aandachtspunten
  • Trombose preventie
  • Preventie wondinfecties
  • Lichamelijke verzorging en conditie
  • Allergieën
  • Voedingstoestand
  • Nuchter voor de operatie
  • Laxeren
  • Decubitus
  • Pijn
  • Psychische voorbereiding
  • Sociale voorbereiding

Slide 14 - Tekstslide

Belangrijk onderdeel binnen de preopertatieve zorg is inventariseren van postoperatieve risico's

Slide 15 - Tekstslide

Postoperatieve zorg
Postoperatief is de zorg gericht op het voorkomen en vroegtijdig herkennen van complicaties.

Slide 16 - Tekstslide

Postoperatieve zorg
Wat moet je in de gaten houden:
- RR
-Hartslag
- Ademhaling
- Kleur van de huid/lippen/extremiteiten
- Bewustzijn
- Urineproductie
- Wonden en drains
- Lichaamstemperatuur

Slide 17 - Tekstslide

Post operatieve aandachtspunten
  • Postoperatieve misselijkheid en braken. 
  • Nabloedingen
  • Wondinfecties
  • Trombose
  • Defecatie en mictieproblemen
  • Pneumonie 
  • Delier
  • Post IC syndroom; PICS
  • Ontslag en nazorg

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video