Week 44: 3.1 Negatieve getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Week 44: 

3.1 Negatieve getallen

Aan het eind van deze les

Weet je wat positieve, negatieve en neutrale getallen zijn.

Wat de tekens <, > en = betekenen en hoe je ze gebruikt

Je loopt van de Koog naar Den Hoorn. Welke richting loop je?

1. Noord
2. Oost
3. Zuid
4. West

Positieve en negatieve getallen

De negatieve getallen zijn

1. de getallen boven 0
2. oneven getallen
3. getallen onder 0
4. getallen deelbaar door 2

Positieve getallen zijn:

1. getallen onder nul
2. getallen boven nul
3. getallen waar je blij van wordt (-;

Negatieve getallen worden geschreven met een - (min)

1. Ja
2. Nee

Welke getallen zijn positieve getallen?

1. - 2, - 543, - 21, - 6
2. 0
3. 1, 567, 999, 20
4. 0, 10, 25, 43

Welke getallen zijn
negatieve getallen?

1. 0
2. -20
3. -8
4. 20

Hoeveel positieve getallen staan er in dit rijtje?

                                   -4   8   14   0   -6

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Welk getal is positief?

1. -324
2. 0
3. -52 341
4. 12 949 031

'Is gelijk aan'

• Dit tekentje betekent dat wat aan de ene kant staat gelijk is dan wat er aan de andere kant staat. 
• 3 = 3
• 5 + 2 = 3 + 4

'Groter dan'

• Dit tekentje betekent dat wat aan de linker kant staat groter is dan wat er aan de rechter kant staat. 
• 8 > 2
• 5 + 2 > 3 + 3

>

'Kleiner dan'

• Dit tekentje betekent dat wat aan de linker kant staat kleiner is dan wat er aan de rechter kant staat. 
• 2 < 7
• 5 + 1 < 3 + 4

<

Groter dan, kleiner dan

Hulpmiddeltje 1 :

De opening staat altijd aan de kant van het grootste getal.

Hulpmiddeltje 2

Van het kleiner dan

teken kan ik een

K

maken . De K is de eerste letter van Kleiner

> betekent:

1. kleiner dan
2. groter dan

-4 ... 4

1. <
2. >
3. =

-4 ... -2

1. <
2. >
3. =

-10 ... -12

1. <
2. >
3. =

Anna zegt: 15 > 12
Ruben zegt: 3 + 3 = 5 + 1
Wie heeft gelijk?

1. Anna heeft gelijk
2. Ruben heeft gelijk
3. Anna en Ruben hebben gelijk
4. Anna en Ruben hebben allebei geen gelijk

Opdrachten

Maak opdracht 1 t/m 12 van paragraaf 3.1