- Lees de regel in je boek of schrift: onthoud deze! (kijk ook naar de voorbeelden)
- Dek de regel af: zeg of schrijf uit je hoofd de regel op
- Ga naar de oefeningen in je werkboek: dek de antwoorden af en maak de oefeningen opnieuw.
- Nakijken (goed gemaakt of niet goed gemaakt)
- Gebruik hulpbronnen (oefeningen op een website)