3 mb 15 feb modale werkwoorden in verleden tijd

Programm:
Grammatik
werkwoorden in verleden tijd

aub aanmelden bij lessonup
Herzlichen Wilkommen 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programm:
Grammatik
werkwoorden in verleden tijd

aub aanmelden bij lessonup
Herzlichen Wilkommen 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 

1. Je kent de modale werkwoorden

2. Je weet hoe je deze werkwoorden in de verleden tijd moet vervoegen. 

Slide 2 - Tekstslide

taaltaken
cijfers worden vandaag ingevoerd bij repetitie k2

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Sehen-Wortschatz-hören

Slide 4 - Tekstslide

vandaag uitleg + oefenen grammatica
Probeer goed mee te doen.  Oefenen van grammatica doe je door de opdrachten na de uitleg te maken. Doe je best!
Dit geldt natuurlijk voor iedereen die straks bij de repetitie van K3 een goed cijfer wil scoren en in ieder geval voor iedereen die Duits heeft gekozen. 

Slide 5 - Tekstslide

De e/st/t/en/t/en regel gebruik je bij de vervoeging van:
A
zwakke werkwoorden/ regelmatige werkwoorden
B
sterke werkwoorden/ onregelmatige werkwoorden

Slide 6 - Quizvraag

HOE VERVOEG JE ZWAKKE/ REGELMATIGE WERKWOORDEN?
IK NEEM ...........VAN HET WERKWOORD EN DAARNA VUL IK DE VASTE UITGANG IN.

Slide 7 - Open vraag

Zwakke/regelmatige werkwoorden
Dit zijn de mooiste werkwoorden om te vervoegen want ze hebben altijd een vaste uitgang. Voorbeelden van zwakke werkwoorden zijn: wohnen- spielen 
De vaste uitgangen zijn: 
E  ST  T  EN  T  EN
ICH WOHN E - DU WOHN -ST -ER WOHN T- WIR WOHN EN- IHR WOHN T- 
SIE WOHN EN

Slide 8 - Tekstslide

STERKE /ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
Dit zijn de lastigste werkwoorden om te vervoegen omdat er geen vaste vervoeging is zoals bij zwakke/regelmatige werkwoorden.  Je moet de vervoegingen dus echt goed uit je hoofd leren en attent zijn op klinkers die veranderen of de Umlaut  die ineens op de ä of ü of ö komt.

Slide 9 - Tekstslide

voorbeelden van deze bijzondere werkwoorden zijn: 
dürfen 
können
müssen
wollen
wissen 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Kijk of je nog weet hoe de vervoeging gaat van deze bijzondere werkwoorden.

dürfen = mogen vervoeg nu ich:
A
dürfe
B
darf

Slide 12 - Quizvraag

vervoeg nu müssen

du .........
A
müssst
B
musst

Slide 13 - Quizvraag

vervoeg nu können

er .......
A
kann
B
könne

Slide 14 - Quizvraag

Prima, je hebt tot dusver met oude, al eerder behandelde  grammatica geoefend.
We gaan nu starten met de nieuwe grammatica dus probeer scherp te blijven. 

Slide 15 - Tekstslide

klik op de link in de chat en bekijk het filmpje 
De verleden tijd van de modale werkwoorden:
können -müssen -dürfen- wollen en wissen. Dit zijn werkwoorden die vaak gebruikt worden en daarom belangrijk zijn om goed te kennen. 

Slide 16 - Tekstslide

1  wat valt je op bij de uitgangen vd verleden tijd?

2 wat valt je op bij de uitgangen van ich en er/sie/es/man?? 

Slide 17 - Tekstslide

als je goed gekeken en geluisterd hebt dan weet je nu het volgende:
Net als bij het vervoegen van regelmatige/zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd (esttenten) is er bij het vervoegen van modale werkwoorden in de verleden tijd ook altijd een vaste uitgang.  
de verleden tijd wordt altijd gevormd met -te en in sommige gevallen komt daar nog iets achter. zie overzicht werkwoorden 

Slide 18 - Tekstslide

16 tm 25
Ga naar je online methode - klik op K3 - Grammatik maak 16 tm 25

Slide 19 - Tekstslide