Recap chapter 4
1 / 19
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Match the words to the correct tense
Present Simple
Present Continuous
Right now
Today
Never
This moment
Often
Every week
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
What is this cat doing? Use the present continuous
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Choose the Present Continuous.
Our teacher ___ the grammar.
Our teacher ___ the grammar.
A
explains
B
is explain
C
explaining
D
is explaining
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Choose the Present Continuous.
Look! The bird ___ !
Look! The bird ___ !
A
dance
B
dancing
C
are dance
D
is dancing
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Choose the Present Continuous.
When ___ on holiday?
When ___ on holiday?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke tijd geeft aan dat je nu iets aan het doen bent?
A
Present Simple
B
Present Continuous
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke tijd geeft aan dat je iets regelmatig doet of dat iets een feit is?
A
Present Simple
B
Present Continuous
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
She is playing the violin.
A
Present Simple
B
Present Continuous
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
She plays the violin.
A
Present Simple
B
Present Continuous
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
I understand the difference between the Present Simple & Present Continuous ....
A
perfectly!
B
quite well, need to study a bit more
C
not really, I need to study a lot
D
not at all! Can you help me?
Slide 14 - Quizvraag
I understand the difference between the different modal verbs ....
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Which modal verb?
The law says that you ... wait for a red light
The law says that you ... wait for a red light
A
should
B
have to
C
may
D
can
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Which modal verb?
I think you ... listen to him, he's very clever
I think you ... listen to him, he's very clever
A
must
B
may
C
should
D
would
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Think of a caption using a modal verb
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
I understand the difference between the different modal verbs ....
A
perfectly!
B
quite well, need to study a bit more
C
not really, I need to study a lot
D
not at all! Can you help me?
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
