In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 13 videos.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Slide 1 - Tekstslide
Tekst
Slide 2 - Tekstslide
Wat verwacht ik van jou?
Positiviteit
Onthoudt ik ben hier om mijn werk te doen, lesgeven
JIj bent hier om te leren
Als wij samenwerken kunnen wij goede resultaten halen!
Welkom in mijn les
Slide 3 - Tekstslide
Voorbeelden van Procedures
Slide 4 - Tekstslide
Procedures
Dus procedures zijn er om ervoor te zorgen;
Dat wij de dingen op de goede manier gaan
Dat het rustig blijft
Op die manier kunnen wij leren. En goede cijfers halen
Slide 5 - Tekstslide
Binnenkomst
Je wacht in een rij bij de kapstok
Wij groeten elkaar
Je gaat op je plek zitten
Legt je spullen klaar
Slide 6 - Tekstslide
Vergeet de telefoon niet op te bergen!! Als ik hem zie dan neem ik deze in!
Slide 7 - Tekstslide
Wat ligt er op tafel?
Boeken
Etui
Laptop(tablet stand)
Schrift
En je gaat aan de slag met het werk op het bord
In dit geval ga je meedoen aan de lesson-up les. Met je eigen naam.
Slide 8 - Tekstslide
Steek ik mij hand omhoog? Dan wordt het stil
Slide 9 - Tekstslide
Uitleg
Je luister actief
Je laptop ligt in tablet modus
Je schrift is open, zodat je een aantekening kan maken
Heb je een vraag over het onderwerp? steek je vinger op en wacht todat ik aan je vraag wat de vraag is.
Slide 10 - Tekstslide
Plaats in de klas
Ik bepaal waar je zit en naast wie je zit
Slide 11 - Tekstslide
Werken
Wij zullen veel zelfstandig werken
Je mag samenwerken
Je geluidsniveau is fluisterniveau
Heb je een vraag steek je vinger op
Ik loop rond om uitleg te geven
Slide 12 - Tekstslide
WERKLOOSHEID
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert wat voor gevolgen het heeft als je werkloos wordt. Je leert over uitkeringen en wanneer je hier recht op hebt. Je leert ook wat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt betekent. En tot slot leer je over de verschillende soorten werkloosheid.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Wat kan het UWV voor je doen? (kort antwoorden)
Slide 16 - Woordweb
Waarom is het handig voor jou om al vroegtijdig eens informatie te vragen aan het UWV over de arbeidsmarkt?
Slide 17 - Open vraag
UWV
helpt mensen een nieuwe baan vinden;
beoordeelt of werklozen een uitkering kunnen krijgen.
De afkorting UWV staat voor: Uitvoeringsinstituut voor WerknemersVerzekeringen.
Slide 18 - Tekstslide
Het UWV helpt bij het zoeken naar een baan en bij het aanvragen van een uitkering.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Geregistreerde werkloosheid
Alle werklozen die ingeschreven staan bij het UWV.
Slide 20 - Tekstslide
Verborgen werkloosheid
Werklozen die niet ingeschreven staan bij het UWV.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Werkgelegenheid
De totale vraag naar de productiefactor arbeid.
Slide 23 - Tekstslide
Beroepsbevolking
beroepsbevolking = aanbod van arbeid
Beroepsbevolking zijn alle inwoners van Nederland van 15 tot 67 (dit wordt steeds ouder) die werken of werk zoeken voor ten minste 12 uur in de week.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
03:28
een strandtent gaat failliet. wat voor werkloosheid is dat?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
frictiewerkloosheid
Slide 26 - Quizvraag
03:28
Wanneer de mens wordt overgenomen door een machine is dat ... werkloosheid
A
frictie
B
structurele
C
machinale
D
conjuncturele
Slide 27 - Quizvraag
03:28
Leg uit wat conjuncturele werkloosheid is.
Slide 28 - Open vraag
Wat heb je geleerd?
Slide 29 - Tekstslide
Wat is geregistreerde werkloosheid?
A
Als je ingeschreven staat bij het UWV.
B
Als je niet ingeschreven staat bij het UWV.
C
Als je zwart werkt.
D
Als je wit werkt.
Slide 30 - Quizvraag
Waar staat UWV voor?
A
Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen
B
Uitvoeringsinstituut WerknemersVoorziening
Slide 31 - Quizvraag
Bij een overschot op de arbeidsmarkt is er meer ....
A
aanbod.
B
vraag.
Slide 32 - Quizvraag
Bij een tekort op de arbeidsmarkt zijn er te veel ....
A
banen.
B
werknemers.
C
werkzoekenden.
D
werklozen.
Slide 33 - Quizvraag
Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?
A
arbeiders
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt
Slide 34 - Quizvraag
Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictiewerkloosheid
Slide 35 - Quizvraag
Welke vorm van werkloosheid krijg je wanneer bedrijven zich naar het buitenland verplaatsen?
A
regionale werkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
structurele werkloosheid
Slide 36 - Quizvraag
Wanneer je een tijdje per jaar niet kunt werken noem je deze werkloosheid ...
A
structurele werkloosheid.
B
seizoenswerkloosheid.
C
verborgen werkloosheid.
D
conjuncturele werkloosheid.
Slide 37 - Quizvraag
Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar
Slide 38 - Quizvraag
Wat betekent regionale werkloosheid?
A
Werkloosheid die niet bekend is bij UWV.
B
Dat er in een bepaald seizoen meer werkloosheid is.
C
Dat er in een bepaalde provincie meer werkloosheid is.
D
Dat er geen werk is voor bepaalde opleidingen.
Slide 39 - Quizvraag
Is er hier sprake van conjuncturele werkloosheid?
A
ja
B
nee
Slide 40 - Quizvraag
Vind je de lesstof nog lastig? Bekijk dan de extra uitleg in de volgende video's.