Paragraaf 1 deel 1

Water in Nederland
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Water in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Hoog- en Laag-Nederland
  • Rivieren
  • Opdracht 

Slide 2 - Tekstslide

Hoog- en Laag-Nederland
  • Nederland kun je verdelen in Hoog- en Laag Nederland.
  • Laag-Nederland ligt lager dan 1 m. boven de zeespiegel. Hier heeft de zee een grote rol bij het ontstaan van het landschap.

Slide 3 - Tekstslide

Welke delen van Nederland vallen onder Laag-Nederland denk je?

Slide 4 - Woordweb

Hoog- en Laag-Nederland
  • In Hoog-Nederland merk je de invloed van de zee niet. Maar er is wel water.
  • Dit komt omdat het in Nederland veel regent. Rivieren en beken voeren het water af naar de zee. 

Slide 5 - Tekstslide

Welke delen van Nederland horen bij Hoog-Nederland denk je?

Slide 6 - Open vraag

Rivieren
  •  De rivieren in Nederland stromen langzaam. Daarom is er sedimentatie.
  • Toen er nog geen dijken waren, stroomde de gebieden langs de rivieren vaak over.

Slide 7 - Tekstslide

Rivieren
  • Dicht langs de oevers van de rivier werd zand gelegd. 
  • De hoge gebieden aan de oevers van de rivier noem je oeverwallen

Slide 8 - Tekstslide

Rivieren 
  • Verder weg van de rivier zakken kleideeltjes naar de bodem.
  • Klei droogt langzaam op, de deeltjes komen dicht op elkaar en zakken de grond in. Dit heet inklinken

Slide 9 - Tekstslide

Rivieren
  • De laaggelegen ingeklonken stukken van het rivierengebied heten komgronden.
  • Rivieren raken nog wel eens verstopt door al het neergelegde zand. Water zoekt dan een nieuwe weg naar de zee en gaat vertakken. Een vertakt laatste stuk van een rivier heet een delta.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 
  • Maak opdracht 1a, b, c / 2 a, b, c, d, e / 3 b / 4 a, b, c op blz. 92 in je boek of online bij hoofdstuk 5 Start.

Slide 11 - Tekstslide

Drenthe ligt in Hoog-Nederland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Zeeland heeft weinig invloed van de zee op het landschap
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Hoge ruggen langs de rivier heten:
A
Komgronden
B
Sedimentatie
C
Inklinken
D
Oeverwallen

Slide 14 - Quizvraag