Oefenen hfd 5

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Oefenen met hoofdstuk 5 

Kwadratische formules

• Quizz
• Open vragen
  
• Sleepvraag
• Uitleg
• Open vragen

 

Hoeveel oplossing heeft de volgende vergelijking?

x​2​​=29

1. 1
2. 2
3. 0
4. 3

Hoeveel oplossing heeft de volgende vergelijking?

4x​2​​=−20

1. 1
2. 2
3. 0
4. 3

Hoeveel oplossingen heeft de volgende vergelijking?

x​2​​−9=55

1. 1
2. 2
3. 0
4. 3

los op met bordjes

x​2​​−9=55

of 

x​2​​−9=55

x=8

x=−8

x​2​​=64

los op met bordjes

(x−1)​2​​+16=25

of

of

(x−1)​2​​+16=25

x−1=3

x−1=−3

(x−1)​2​​=9

x=4

x=−2

Welk type parabool hoort bij deze formule?

A:y=−2x​2​​−7

1. Bergparabool
2. Dalparabool
3. Kun je zo niet weten
4. Weet ik niet

Welk type parabool hoort bij deze formule?

B:y=​2​​1​​x​2​​+7

1. Bergparabool
2. Dalparabool
3. Kun je zo niet weten
4. Weet ik niet

Wanneer geef een formule een bergparabool en wanneer een dalparabool?

y=ax​2​​+bx+c

Bergparabool

Dalparabool

Rechte lijn

a > 0

a = 0

c > 0

a < 0

b< 0

c < 0

b > 0

b = 0

c = 0

Bergparabool, Dalparabool, Rechte lijn

Bergparabool of Dalparabool of Rechte lijn

y=ax​2​​+bx+c

Alleen het getal voor de        bepaalt.

Als a < 0: Bergparabool

Als a > 0: Dalparabool

Als a = 0: Dan is formule van een lijn :

x​2​​

y=bx+c

Even tussendoor: Zou je na de vakantie online of op school les willen?

Ik ga liever naar school, daar kan ik beter opletten.

Ik werk liever thuis, dan kan ik rustig werken.

Ik ben liever op school, dan zie ik mijn vrienden en vriendinnen.

Ik ben liever thuis, dan kan ik andere dingen doen.

Het maakt mij niet uit of ik online of op school les krijg.

Schrijf korter. Voor
mag je x^2 schrijven

y=(x−3)(x+2)

x​2​​

y=(x−3)(x+2)

y=x​2​​+2x−3x−6

y=x​2​​−x−6

Schrijf korter

y=(x−​2​​1​​)(x−2)

y=x​2​​−2x−​2​​1​​x+1

y=(x−​2​​1​​)(x−2)

y=x​2​​−2​2​​1​​+1

schrijf korter

y=−3x(x+2)+7x

y=−3x(x+2)+7x

y=−3x​2​​−6x+7x

y=−3x​2​​+x

Heb je nog opmerkingen of vragen?
Succes met de toets morgen!