2 De tijd van Grieken en Romeinen - 2.3 Jodendom en Christendom

h2 les 1
Grieken en Romeinen
2
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
3- Jodendom en Christendom
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

h2 les 1
Grieken en Romeinen
2
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
3- Jodendom en Christendom

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

h2 les 1
Herhalen
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
Bron 8 Julius Caesar schreef omstreeks 50 v.C. over een veldslag tegen Belgische volken:

Caesar moest alles tegelijk doen: het rode vaandel hijsen, wat het signaal was om de wapens te grijpen, het trompetsignaal geven, de soldaten van het werk terugroepen, de mensen verzamelen die een beetje verder waren om materiaal te zoeken, de slagorde opstellen, de soldaten aansporen en het teken voor de aanval geven. (…) De situatie was kritiek, en er was geen reserve die nog ter versterking gestuurd kon worden. Caesar pakte van een soldaat in de achterste gelederen het schild af (…) en ging naar voren tot in de eerste slaglinie. (…) Door zijn komst kregen de soldaten weer hoop en vatten ze weer moed. Onder de blikken van de generaal wilde ieder graag zijn best doen.

Uit: Caesar, De Bello Gallico (omstreeks 50 v.C.).
Geef aan welke oorzaak van het einde van de Romeinse republiek je aan de bron kunt ontlenen.

  • Bijvoorbeeld: Succesvolle legeraanvoerders zoals Caesar werden erg machtig en waren door de senaat niet meer in de hand te houden.


Slide 3 - Tekstslide

h2 les 1
Herhalen
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
Elementen van de Grieks-Romeinse vormentaal zijn in dit 18e-eeuwse gebouw overgenomen. Noem daarvan drie voorbeelden.

  • zuilen, koepel, reliëfs

Slide 4 - Tekstslide

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
In deze paragraaf leer je:

  • hoe het jodendom zich ontwikkelde
  • hoe het christendom ontstond
  • hoe het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd


Slide 5 - Tekstslide

h2 les 1
Het Jodendom
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
De vroegste geschiedenis van het jodendom staat in de Tenach en in de Bijbel.

De tempel in Jeruzalem was het centrum van het monotheïstische jodendom. Op andere plaatsen kwamen de joden bijeen in synagogen.

De joden geloofden in de Messias die hun koninkrijk zou herstellen.

Vanaf 66 n.C. sloegen de Romeinen opstanden in Jeruzalem neer, joden mochten niet meer in de stad verblijven. Hierdoor verspreidden de joden zich over het Romeinse rijk en daarbuiten.

Slide 6 - Tekstslide

h2 les 1
Het ontstaan van het christendom
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
Esoterische joodse sekte die joden ervan wilde overtuigen dat Jezus van Nazareth hun langverwachte messias was.

Slide 7 - Tekstslide

h2 les 1
Het ontstaan van het christendom
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
Rond 30 n.C. werd Jezus gekruisigd, hij was een joodse prediker: persoon die een geloof bekendmaakt. Volgens zijn volgeling Paulus was Jezus de Christus, de Messias. Alle mensen konden zich aansluiten bij het mono-theïstische christendom: de godsdienst van de christenen.

Vanaf 52 n.C. reisde Paulus door Syrië, Anatolië en Griekenland. Mensen werden tot het christendom bekeerd: iemand een andere godsdienst aan laten nemen. Jezus zou de mensen verlossen van alle zonden. Het uitzicht op een beter leven in het hiernamaals maakte het christendom populair.

Slide 8 - Tekstslide

h2 les 1
Zendingsgeloof
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
"als de opperste macht van het universum zijn eigen belangen en voorkeuren heeft en als Hij de moeite heeft gedaan om Zichzelf te incarneren in vlees en bloed en te sterven aan het kruis voor de verlossing van de mensheid, dan is dat iets wat iedereen moet weten, niet alleen de joden."
Paulus


Het was dus zaak om de blijde boodschap - het evangelie - van Jezus over de wereld te verspreiden.

Slide 9 - Tekstslide

h2 les 1
Zendingsgeloof
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
De argumenten van Paulus vielen in vruchtbare aarde. Christenen begonnen uitgebreid zendingswerk te verrichten dat op de hele mensheid was gericht.

Uiteindelijk nam deze esoterische joodse sekte het machtige Romeinse rijk over, wat wel een van de vreemdste wendingen uit de geschiedenis mag heten.

  • 40% groei elke 10 jaar
  • de blijde boodschap - gelijkheid, vergeving, stichting koninkrijk God
  • Vooral bij achtergestelde groepen populair - vrouwen, slaven

Slide 10 - Tekstslide

h2 les 1
Het christendom wordt staatsgodsdienst
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
Christenen weigerden de Romeinse staatsgoden en de keizer te vereren en wezen de Romeinse waarden en normen af. Daardoor werd het christendom verboden. Sommige christenen werden martelaar: iemand die sterft voor zijn geloof.
Ondanks de vervolgingen bleef het christendom groeien:
  • In 313 gaf keizer Constantijn de christenen godsdienstvrijheid. Nadat hij zelf christen werd, bevoordeelde hij het christendom.
  • In 380 maakte keizer Theodosius van het christendom de Romeinse staatsgodsdienst.
  • In 392 werden andere godsdiensten verboden, met uitzondering van het jodendom.


  • Gelijkheidsideaal gaat in tegen gevestigde orde
  • Angst voor sociale revolutie
  • Niet accepteren goddelijkheid keizer
  • plaatsen zich buiten maatschappij

Slide 11 - Tekstslide

h2 les 1
De droom van Constantijn
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
In 313 na Chr. vaardigde keizer Constantijn, zelf tot op zijn sterfbed opperpriester van de zonnecultus (Sol Invictus), het edict van Milaan uit waarin vrijheid van godsdienst werd geregeld. Constantijn liet veel kerken bouwen. Uit een wet uit 321 na Chr. blijkt dat hij de zondag als rustdag had ingesteld voor het gehele rijk, maar dat boeren een uitzondering kregen. 


Slide 12 - Tekstslide

h2 les 1
Het christendom wordt staatsgodsdienst
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
De Romeinen sloten tempels of bouwden ze om tot een kerk: 1 christelijk gebedshuis, 2 organisatie van christenen.
 
De geloofsleer werd vastgelegd: de levens-beschrijvingen van Jezus en de brieven van Paulus werden als tweede deel aan de Bijbel toegevoegd.
 
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten is een kenmerkend aspect van de tijd van Grieken en Romeinen.
 
 


Slide 13 - Tekstslide

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. - 500 n.C.
In deze paragraaf leer je:

  • hoe het jodendom zich ontwikkelde
  • hoe het christendom ontstond
  • hoe het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd


Slide 14 - Tekstslide