Introductie kruisingsvraagstukken

Introductie kruisingsvraagstukken
Bij Nectar H4 Erfelijkheid
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Introductie kruisingsvraagstukken
Bij Nectar H4 Erfelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Noem en omschrijf zoveel mogelijk begrippen uit de vorige les!

Slide 2 - Woordweb

Welke notatie geeft een autosomaal recessief allel aan?
A
B
B
X^B
C
X^b
D
b

Slide 3 - Quizvraag

Hoe ga je aan de slag met deze opdracht?
  • Werk de opdracht helemaal door en geef antwoord op de  gestelde vragen
  • Snap je iets niet? Stel je vraag tijdens de les via Teams (ik blijf online) of stel je vraag aan de het einde van deze opdracht in de aangegeven dia
  • De laatste 2 opdrachten hebben een verschillende kleur: Paars = extra oefening; Geel = moeilijker opdracht. Je mag hier zelf kiezen of je deze opdrachten maakt en zo ja welke. Allebei mag natuurlijk ook ;-)

Slide 4 - Tekstslide

Hoe geef je een kruising weer?
Een kruising geef je weer door de genotype van de te kruisen dieren te noteren, met een 'x' voor het aangeven van de kruising.

Dus bijvoorbeeld:
Aa  x  aa

Slide 5 - Tekstslide

Benaming van generaties
Vaak wordt in opgaven gewerkt met opeenvolgende kruisingen: twee ouders krijgen nakomelingen die zich onderling voortplanten en daarbij zelf nakomelingen krijgen.  

De ouders noemen we dan P (van Parentes = ouders); de nakomelingen van de ouders noemen we F1 (van Filii = kinderen); de nakomelingen van de kinderen noemen we F2

Slide 6 - Tekstslide

Stap-voor-stap-opgave

Bij labrador-retrievers is het allel voor zwarte haarkleur (B) dominant over het allel voor chocoladebruine haarkleur (b). Een mannetjeshond wordt een reu genoemd, een vrouwtjeshond een teef. 
Een zwartharige labradorteef die homozygoot is voor de haarkleur wordt een aantal malen gekruist met een homozygoot bruinharige reu. De dieren in de F1 planten zich onderling voort.  
Welke haarkleur kunnen de puppy's in de F2 hebben? Hoe groot is de kans voor elke haarkleur?

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn de genotypen van de ouders?
BB
Bb
bb

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is (of wat zijn) het genotype (de genotypes) van de labradors in de F1?

Slide 9 - Open vraag

Geef de onderlinge voortplanting van dieren uit de F1 weer in een kruising

Slide 10 - Open vraag

Wat is een kruisingsschema?
Een kruisingsschema is een tabel waarin de mogelijke  allelen in de geslachtscellen van de man en de vrouw zijn weergegeven voor/boven respectievelijk de rijen
en de kolommen.
In de tabel worden vervolgens de 
verschillende allel-combinaties in 
de zygote weergegeven.

Slide 11 - Tekstslide

Vul het kruisingsschema in door de componenten naar de juiste plek te slepen. 
B
b
BB
bb
bb

Slide 12 - Sleepvraag

Hoe groot is de kans dat een puppy in de F2 een homozygoot recessief genotype heeft?
A
100%
B
50%
C
25%
D
0%

Slide 13 - Quizvraag

Hoe groot is de kans dat een puppy in de F2 zwartharig is?
A
100%
B
75%
C
50%
D
25%

Slide 14 - Quizvraag

Bedenk nu zelf de stappen voor het beantwoorden van onderstaande vraag.
Voor cavia's geldt de volgende informatie:
Zwarte haarkleur: allel H
Witte haarkleur: allel h

Een heterozygoot mannetje wordt gekruist met een homozygoot wit vrouwtje. Hoe groot is de kans op een zwartharige nakomeling? Gebruik een kruisingsschema.

Slide 15 - Tekstslide

Geef je antwoord op de vraag van de vorige dia hier weer.

Slide 16 - Open vraag

Wat heb je geleerd?
  • De namen van de generaties P, F1 en F2
  • Hoe je een kruisingsschema maakt
  • Hoe je m.b.v. een kruisingsschema de kans op een bepaalde nakomeling bepaalt 

Wil je nog een keer terugkijken hoe je een kruisingsschema maakt, dat kan in de hierop volgende video.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Heb je nog vragen? Stel ze hieronder!

Slide 19 - Open vraag

Een plant met brede bladeren wordt gekruist met een plant met smalle bladeren. Het allel voor brede bladeren is A, het allel voor smalle bladeren is a. Beide ouderplanten zijn homozygoot voor de bladvorm. De planten van de F1 worden onderling gekruist.
Stel een kruisingsschema op voor de F2.

Slide 20 - Open vraag

Van een bepaalde diersoort wordt een zwart dier gekruist met een wit dier. Alle nakomelingen zijn zwart. Deze F1-dieren planten zich onderling voort. Van de 109 F2-dieren zijn er 84 zwart en 25 wit.
Hoeveel van de 84 zwarte F2-dieren zijn heterozygoot?

Slide 21 - Open vraag