In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
1 t/m 19 = getal + te
voorbeeld: zwei + te = zweite
vanaf 20 = getal + ste
voorbeeld: zwanzig + ste = zwanzigste
eins = erste
drei = dritte
sieben = siebte
acht = achte
Als je een voorzetsel hebt,moet het rangtelwoord een -n krijgen
in der ersten Stunde