periode taalkunde 15 mei 2020

Leenwoorden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leenwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

Wat zijn leenwoorden? 
Uit welke talen komen onze leenwoorden?



Slide 2 - Tekstslide

Leenwoorden
In de straattaal zien we veel nieuwe woorden, maar ook veel woorden die we uit andere talen halen. We noemen die woorden leenwoorden.

Ook in onze standaardtaal gebruiken we leenwoorden.
Is dit nieuw? 
Is dit typisch Nederlands?

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Welke woorden uit het
Engels gebruiken wij?

Slide 5 - Woordweb

Welk woord is een leenwoord?

A
toetje
B
cadeau
C
vlieg
D
vijgen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een leenwoord uit het Frans?
A
patat {of friet :-)}
B
cadeau
C
management
D
marketing

Slide 7 - Quizvraag

welk woord is een leenwoord?
A
winkel
B
afbeelding
C
ambulance

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord is een leenwoord?
A
knop
B
tissue
C
cadeau
D
raam

Slide 9 - Quizvraag

welke woorden zijn leenwoorden?
A
champignon
B
cijfer
C
cadeau
D
tafel

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord is een leenwoord?
A
prullenbak
B
centrum
C
taal
D
dragen

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord is en leenwoord?

A
toetje
B
cadeau
C
vlieg
D
vijgen

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord is een leenwoord?

A
appel
B
computer
C
jas
D
tafel

Slide 13 - Quizvraag

Uit welke talen hebben wij
veel woorden geleend?

Slide 14 - Woordweb

Hoe zit dat met het Arabisch?

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Taalpuristen
Taalpuristen willen hun taal puur houden. Er mag zo min mogelijk invloed van buitenaf de taal verloederen, zoals Engelse woorden of straattaal.

Slide 17 - Tekstslide

Maak een leenwoordencollage
Je maakt een collage van leenwoorden.

Verzamel tenminste 25 leenwoorden en maak een mooie collage met deze woorden.
Je kunt de woorden uit een krant of tijdschrift knippen of zelf typen of schrijven.
Maak er iets creatiefs van! (Denk bijvoorbeeld aan verschillende lettertypen of probeer iets te doen met de landen van herkomst) 

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

Wat heb je deze les geleerd, wat je nog niet wist?

Slide 20 - Open vraag