Chapitre 2 les verbes venir, devenir, revenir




Les verbes: venir, devenir, revenir
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les




Les verbes: venir, devenir, revenir

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de betekenis van venir?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de betekenis van devenir?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de betekenis van revenir?

Slide 4 - Open vraag

Geef van de volgende zinnen aan in welke tijd ze staan:

'Je viens avec toi, d’accord?'
A
présent
B
imparfait
C
passé composé
D
futur

Slide 5 - Quizvraag

Geef van de volgende zinnen aan in welke tijd ze staan:

'Elle est devenue toute rouge'


A
présent
B
imparfait
C
passé composé
D
futur

Slide 6 - Quizvraag

In de zin: 'Elle est devenue rouge'
krijgt devenue een extra -e omdat je in de passé composé

A
altijd bij 'Elle' een extra 'e' krijgt.
B
alleen bij 'Elle' een extra 'e' krijgt als être wordt gebruikt

Slide 7 - Quizvraag

Mes copains viendront aussi
Welk werkwoord hoort bij viendront?
A
venir
B
devenir
C
revenir

Slide 8 - Quizvraag

In welke tijd staat de volgende zin?
'Mes copains viendront aussi'
A
présent
B
imparfait
C
passé composé
D
futur

Slide 9 - Quizvraag

Tous les soirs, ils venaient boire un café.
Bovenstaande zin staat in welke tijd?
A
présent
B
imparfait
C
passé composé
D
futur

Slide 10 - Quizvraag

(revenir, présent) Nous .......... dans deux heures.
De juiste vorm is:

Slide 11 - Open vraag

(devenir, passé composé) Ma mère ......... ............actrice.

Slide 12 - Open vraag

Je
Tu
Il/ Elle
Nous
Vous
Ils/ Elles
devenais
devenais
devenait
devenions
deveniez
devenaient

Slide 13 - Sleepvraag

Zojuist vertalen we met een vorm van venir + de
Vertaal de volgende zin:
We hebben zojuist ons huiswerk gemaakt:
nous..............................

Slide 14 - Open vraag

Traduisez!
déjà

Slide 15 - Open vraag

Traduisez!
chaque

Slide 16 - Open vraag

Traduisez!
de verkoop

Slide 17 - Open vraag

Traduisez!
jeune

Slide 18 - Open vraag

Apprendre les phrases clés met slim stampen

Apprendre voca B, phrases clés en voca E 

Slide 19 - Tekstslide






LA FIN

Slide 20 - Tekstslide