3.1 Hoe kom je aan werk?

Hoofdstuk 3: Aan het werk.
3.1 Hoe kom je aan werk
3.2 Wie is de baas?
3.3 Hoe is het geregeld?
3.4 Zonder werk?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Aan het werk.
3.1 Hoe kom je aan werk
3.2 Wie is de baas?
3.3 Hoe is het geregeld?
3.4 Zonder werk?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze les leer je alle begrippen van hoofdstuk 3

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog? 
Welke begrippen weet je nog van de vorige lessen?
Ze hebben te maken met het onderwerp werk

Slide 3 - Tekstslide

Solliciteren

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Vacature 
Als een bedrijf een baan heeft waarvoor iemand wordt gezocht is dat een vacature.

 

Slide 6 - Tekstslide

De Arbeidsmarkt
  • Bedrijven 
  • (die medewerkers hebben en/of zoeken)
  • Mensen 
  • (die werken of op zoek zijn naar werk)

Slide 7 - Tekstslide

  • Ongeschoold werk
  • werk waar je geen opleiding voor nodig hebt
  • Scholing
  • beroepsopleiding of cursus waarin je leert voor een baan
  • Geschoold werk
  • werk waarvoor je beroepsopleiding of cursus nodig hebt

Slide 8 - Tekstslide

En dan nu.....
De begrippentrainer

Slide 9 - Tekstslide

De begrippentrainer
Je krijgt begrippen en de betekenis op kaartjes.
Leg de juiste begrippen met betekenis achter elkaar.


Slide 10 - Tekstslide

De begrippentrainer - Regels
- Je werkt in duo's
- Je legt de begrippen en de betekenis achter elkaar
- Je krijgt 15 minuten
- Je werkt goed samen en hebt respect voor elkaars mening
- Ben je klaar? Pak je boek en maak de rekenopgaven blz. 132

Slide 11 - Tekstslide

De begrippentrainer 
1. Wat hebben we geleerd?
2. Vonden we het leuk?

Slide 12 - Tekstslide

De volgende les
Formatieve toets hoofdstuk 3

Slide 13 - Tekstslide

'Solliciteren' is:
A
De beëindiging van een baan
B
Solderen op je werk
C
Een werknemer laten weten dat je een bepaalde baan wilt.
D
Een werkgever laten weten dat je een bepaalde baan wilt.

Slide 14 - Quizvraag

Een baan waarvoor iemand wordt gezocht noem je een....
A
Werkgever
B
Sollicitatie
C
Vacature
D
Scholing

Slide 15 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je..
..hoe je een grafiek afleest
..het verschil tussen een voltijd en deeltijdbaan
..wat een arbeidsverdeling is

Slide 16 - Tekstslide

Er zijn in totaal 160.000 baantjes.
Hoeveel jongeren bezorgen kranten?

Slide 17 - Open vraag

Grafieken lezen 
Vraag 8a.
Er zijn in totaal 160.000 baantjes.
Hoeveel jongeren bezorgen kranten?

26% van de 160.000
26% : 100 x 160.000= 41.600 jongeren

Slide 18 - Tekstslide

Er zijn in totaal 160.000 baantjes.
Hoeveel jongeren werken in horeca?

Slide 19 - Open vraag

Deeltijdbaan
Voltijdbaan
  • Fulltimebaan
  • Parttimebaan
  • 36-40 uur per week
  • minder dan 36 uur per week

Slide 20 - Tekstslide

Arbeidsverdeling 
Het werk bij bedrijven is verdeeld in verschillende banen, elk met zijn eigen taken. Dit noem je arbeidsverdeling.
Zo kan iedere werknemer doen waar hij of zij goed in is.

Slide 21 - Tekstslide

Als je 24 uur wilt werken. Wat voor baan zoek je dan?
A
Deeltijdbaan
B
Voltijdbaan
C
Duobaan
D
Vrijwilligerswerk

Slide 22 - Quizvraag

Maken:
Blz 69
Som 6 tot 15

Slide 23 - Tekstslide