Rekenen 2
1 / 27
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke datum is het over 70 uur?
Slide 2 - Woordweb
Hoeveel is 527-138 =
A
391
B
390
C
387
D
389
Slide 3 - Quizvraag
7m + 15 cm = ..... cm
A
715 cm
B
7150 cm
C
71,5 cm
D
71500 cm
Slide 4 - Quizvraag
6 : 1/3 =
A
2
B
18
C
9
D
36
Slide 5 - Quizvraag
1 ton in gewicht =
A
100.000 kg
B
500 kg
C
100.000 euro
D
1000 kg
Slide 6 - Quizvraag
Schrijf 3/10 als kommagetal
A
3,0
B
0,03
C
0,30
D
30,0
Slide 7 - Quizvraag
4/10 deel van 120 =
A
12
B
30
C
48
D
480
Slide 8 - Quizvraag
20 x 1/10 =
A
2
B
200
C
20
D
0,20
Slide 9 - Quizvraag
-22 - 37 =
A
59
B
15
C
-59
D
-15
Slide 10 - Quizvraag
5 : 0,5 =
A
10
B
1
C
0,25
D
25
Slide 11 - Quizvraag
5 x 0,5 =
A
2,5
B
25
C
0,25
D
1
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel is het getal 1 waard in het getal: 10.758
A
100.000
B
10.000
C
1000
D
10
Slide 13 - Quizvraag
Schrijf 0,07 miljoen in cijfers
A
70.000
B
7
C
7.000
D
700
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel is 40% van 190?
A
19
B
1,90
C
95
D
76
Slide 15 - Quizvraag
445 : 5 =
A
89
B
90
C
225
D
80
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel is 3/5 van 550?
A
110
B
330
C
183,3
D
220
Slide 17 - Quizvraag
Zeg in één woord wat je van de 'lockdown' vindt......
Slide 18 - Open vraag
Vandaag is het 20 maart welke datum is het 2 weken later?
A
3 april
B
4 april
C
2 april
D
1 april
Slide 19 - Quizvraag
Lina is 9 jaar jonger dan haar broer. Haar broer is 20 jaar. Hoe oud is Lina?
A
12 jaar
B
11 jaar
C
8 jaar
D
10 jaar
Slide 20 - Quizvraag
Stijn gaat knikkeren met 50 knikkers. Hij verliest er 36 en wint er 16. Hoeveel knikkers houdt hij over?
A
29 knikkers
B
28 knikkers
C
31 knikkers
D
30 knikkers
Slide 21 - Quizvraag
2 x 6 x 2 + 6 =
A
31
B
30
C
28
D
192
Slide 22 - Quizvraag
Jaydon en Jochem willen samen een bal van 33,95 euro kopen. Jaydon heeft 15,85 en Jochem heeft 14,75. Hoeveel komen ze tekort?
A
3,25
B
3,35
C
4,35
D
2,25
Slide 23 - Quizvraag
Yulan geeft een feestje. Hij nodigt 19 kinderen uit. 1 kind is ziek, 3 anderen kunnen ook niet komen. Hoeveel kinderen komen er op het feestje?
A
14 kinderen
B
16 kinderen
C
15 kinderen
D
13 kinderen
Slide 24 - Quizvraag
Juliza leest een boek. Haar boekt heeft 150 bladzijden. Ze heeft de helft al gelezen, op welke bladzijde is ze?
A
80
B
74
C
76
D
75
Slide 25 - Quizvraag
10 x 2 + 6 x 2 =
A
30
B
240
C
32
D
126
Slide 26 - Quizvraag
In een quiz zitten 20 vragen. Je hebt er 14 goed, tenminste dat dacht je. Het blijkt dat je er toch nog 3 goed hebt. Hoeveel vragen heb je in totaal fout?
A
6
B
3
C
2
D
5
