In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Hierboven zie je voorbeelden van het gebruik van een mal. Misschien heb jij vroeger wel eens gipsen beeldjes gegoten. Dan weet je precies hoe het werkt.
Mal
Slide 10 - Tekstslide
Nele Azevedo gebruikt mallen om haar ijsmannetjes te maken. Waarom gebruikt zij hiervoor een mal?
Slide 11 - Open vraag
Nele zet haar ijsmannetjes neer met mensen uit de stad. Geef twee voordelen om dit samen met mensen uit de stad te doen.
Slide 12 - Open vraag
Het werk van Nele valt onder het subthema “De tijd dringt” Geef hiervoor een argument.
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Als je stoelen van hout maakt, doe je dat meestal met gezaagde planken. Leg uit dat dit sneller gaat.
Slide 17 - Open vraag
De stoel van Maarten Baas doet er 200 jaar over om te groeien. Maarten uit met dit werk kritiek op onze huidige massaproductie van meubels. Leg dit uit
Slide 18 - Open vraag
De stoelen hierboven van Maarten Baas en Gavin Munro groeien langzaam in hun vorm. Leg van beide stoelen uit hoe de kunstenaar een mal gebruikt om de vorm van de stoel te bepalen: Schrijf je antwoord als volgt op. Stoel 1: Stoel2: