H2 Unité 2 après les vacances

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Salut H2!

Le 25 octobre, 2023

BIENVENUE

- portable dans le sac s.v.p.

- prenez vos tablettes

- va à LessonUp

Le but (het doel van deze les)

- ik kan een gesprek voeren in het Frans waarbij ik een afspraak maak en ik kan over mijn sport/hobby praten

- ik ken de onregelmatige werkwoorden pouvoir, vouloir en faire

- ik weet hoe ik het bezittelijk voornaamwoord gebruik in het Frans

Le programme

1. Comment ça va? (5 min.)
2. Wat weet je nog van de werkwoorden? (5 min.)
   
3.  Conversation (10 min)
4. présentation (40 min)
5. Les devoirs (10 min.) 
6. Fin et au revoir! (5 min.) 
   

Les règles dans la classe

- Bij binnenkomst doe je je telefoon in je tas, ga je zitten en leg je 

   je boek, schrift, i-pad en pen op tafel.

- Als de docent aangeeft te willen beginnen ben je stil 

- We hebben respect voor elkaar en luisteren naar elkaar, we praten niet

   als de docent uitlegt en als je iets wilt zeggen steek je je vinger op. 

Tu as passé de bonnes vacances?

Oui

Non

Les vacances 

- Regarde le film 

Er komen wat vragen over het filmpje. 

Je suis où?

1. sur la plage
2. dans la forêt
3. en ville
4. au camping

Wat betekent "vacances d'automne"?

1. de voorjaarsvakantie
2. de kerstvakantie
3. de herfstvakantie
4. de zomervakantie

Wat zou "qu'est-ce que tu as fait pendant les vacances" betekenen?

1. wat heb jij in de vakantie gedaan?
2. wat heb ik in de vakantie gedaan?
3. wat heeft hij in de vakantie gedaan?
4. wat heeft zij in de vakantie gedaan?

Qu'est-ce que tu as
fait pendant les vacances?
(gebruik een zin met
een passé composé.

Het werkwoord pouvoir heeft 2 betekenissen?

Waar

Niet waar

J'ai pu betekent

1. ik heb gekund
2. ik ben gekund
3. jij hebt gekund
4. ik heb gewild

Hoe zeg je dan 'wij hebben gekund'

1. vous avez pu
2. ils ont pu
3. elles ont pu
4. nous avons pu

Het werkwoord vouloir vervoeg je op
dezelfde manier als pouvoir?

Waar

Niet waar

Hoe zeg je dan 'ik wil nog een week vakantie'

1. j'ai voulu une autre semaine de vacances
2. je veux une autre semaine de vacances
3. Tu veux une autre semaine de vacances
4. vous voulez une autre semaine de vacances

'Vous voulez m'appeler?

1. Wil jij me bellen?
2. Willen wij u bellen?
3. Willen jullie mij bellen?
4. Wil men mij bellen?

hoe zeg je 'ik wil graag'

1. je veux
2. j'aimerais
3. je voudrais
4. je peux

Conversation

- oefen in tweetallen exercice 17 ( page 67)

- stel om de beurt de vragen

Présentation

Vertel in het Frans:

- Wat je sport/hobby is?

-Wanneer je hier mee begonnen bent?

- welk materiaal je nodig hebt?

- Hoe vaak je je sport/hobby doet en hoe lang?

- Waarom je het zo leuk vindt?

les devoirs

- Ga naar je online boek

- Maak §2.8 deel 1 (Diagnostische toets)

Les devoirs 

Leren voor de toets:

apprendre 1 à 7 à 10

                                     Au revoir! 

                                                                        À la prochaine!