Thema 4 - Werken - Begrippen voor de toets


Thema 4 - Werk- Herhaling
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les


Thema 4 - Werk- Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

terugblik
In de vorige les hebben wij:
  • Geleerd welke rechten en plichten je als werknemer hebt
  • Geleerd wat een cao is
  • Geleerd wat een vakbond doet

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
  • leer- en lesdoelen (herhaling)
  • voor en nadelen ondernemen en loondienst opdracht
  • motivatie opdracht
  • ontslag opdracht
  • begrippen quiz
  • zelfstandig leren

Slide 3 - Tekstslide


  • Kent alle begrippen van thema 4: werk;
  • Kent de voor- en nadelen van loondienst en ondernemen
  • Kan je een motivatie bedenken voor een vacature

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Opdracht: ondernemen en loondienst

Resultaat: Je hebt bij jouw tekst gekeken naar de voor- en nadelen van ondernemen en loondienst.
Hoe: alleen.
hulp: Werkboek en werkblad 
tijd: 15 minuten
Wat: werkblad opdracht
klaar?: We bespreken de antwoorden klassikaal. 
Leer alvast begrippen
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Opdracht: Motivatie 

Resultaat: Je hebt passende motivaties bedacht bij de stukjes vacature.
Hoe: alleen of met de buurman/vrouw
hulp: Werkblad
tijd: 10 minuten
Wat: werkblad opdracht: Motivatie
klaar?: We bespreken de antwoorden klassikaal. 
Leer alvast begrippen.
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht: Ontslag

Resultaat: Je hebt bedacht wat passende redenen zouden kunnen zijn voor ontslag.
Hoe: alleen
hulp: Werkblad
tijd: 10 minuten
Wat: werkblad opdracht: Ontslag
klaar?: We bespreken de antwoorden klassikaal. 
Leer alvast begrippen.
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht: Quiz!!

Resultaat: je hebt alles goed!
Hoe: alleen
hulp: Werkblad
tijd: 10 minuten
Wat: Quiz
klaar?: score checken, daarna zelfstandig studeren
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Een overeenkomst tussen werknemer en werkgever over vakantiedagen
B
overeenkomst waarin arbeidsvoorwaarden en loon zijn vastgelegd
C
Een overeenkomst over pensioenregeling
D
Een overeenkomst tussen werknemer en belastingdienst

Slide 11 - Quizvraag

Welke van de volgende is een arbeidsvoorwaarde?
A
Het weerbericht
B
Het salaris en de werktijden
C
De kleur van je werkkleding
D
Een reden om iemand te ontslaan

Slide 12 - Quizvraag

Wat doet een bedrijfsarts?

A
Behandelt patiënten in het ziekenhuis
B
Begeleidt werknemers bij ziekte en verzuim
C
Maakt bedrijfsstrategieën
D
Verkoopt medische apparatuur

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een beroepsziekte?
A
Een ziekte die alleen voorkomt in bepaalde seizoenen
B
Een ziekte die je oploopt tijdens een vakantie
C
Een ziekte die veroorzaakt wordt door het werk dat je doet
D
Een ziekte die erfelijk is

Slide 14 - Quizvraag

Wat is brutoloon?
A
Het loon dat je ontvangt na aftrek van belastingen
B
Het loon dat je netto ontvangt
C
Het totale loon voor aftrek van belastingen en premies
D
Een bonus bovenop je normale salaris

Slide 15 - Quizvraag

-Wat is een CV?
A
Een certificaat van vaardigheid
B
Een contract voor verlof
C
Een document met je persoonlijke hobby's
D
Een document met je opleidings- en werkervaring

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het minimumloon?

A
Het gemiddelde loon in een bedrijf
B
Het hoogste loon dat een werknemer mag ontvangen
C
Het laagste loon dat een werknemer mag ontvangen
D
Het loon voor onervaren werknemers

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een motivatiebrief?
A
Een brief waarin je jezelf voorstelt
B
en brief waarin je referenties geeft
C
Een brief met je salariswensen
D
Een brief waarin je uitlegt waarom je de baan wilt

Slide 18 - Quizvraag

Wat is nettoloon?
A
Het loon na aftrek van belastingen en premies
B
Het totale loon voor aftrek van belastingen en premies
C
Een bonus bovenop je normale salaris
D
Een eenmalige uitkering

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een ondernemer?
A
Iemand die een eigen bedrijf heeft
B
Iemand die in loondienst werkt
C
iemand die werk zoekt
D
Iemand die studeert

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het doel van een sollicitatiegesprek?

A
Een vakantie plannen
B
Een baan bemachtigen door je te presenteren
C
Een werkrooster maken
D
Een salarisverhoging bespreken

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een uitkering?
A
Een bonus van de werkgever
B
Een lening van de bank
C
Een vergoeding voor reiskosten
D
Een financiële ondersteuning van de overheid

Slide 22 - Quizvraag

Wat doet een uitzendbureau?
A
Verzorgt de verkoop van huizen
B
Verzorgt tijdelijke banen voor werkzoekenden
C
Verkoopt auto's
D
Verzorgt verzekeringen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een vacature?
A
Een overzicht van vakantieparken
B
Een openstaande functie waarvoor iemand gezocht wordt
C
Een lijst van gepensioneerde medewerkers
D
Een rapport over bedrijfsresultaten

Slide 24 - Quizvraag

Wat doet een vakbond?

A
Organiseert bedrijfsfeestjes
B
Verzorgt de boekhouding van een bedrijf
C
Vertegenwoordigt werknemers
D
geeft investeringsadvies

Slide 25 - Quizvraag

Wat doet een vertrouwenspersoon?
A
Behandelt juridische zaken voor werknemers
B
Verzorgt personeels-administratie
C
Beoordeelt sollicitaties
D
Helpt werknemers bij persoonlijke problemen en klachten

Slide 26 - Quizvraag

Wie is een werknemer
A
Iemand die een bedrijf runt
B
Iemand die in loondienst werkt bij een bedrijf
C
Iemand die werkloos is
D
Iemand die een uitkering ontvangt

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een vacature?
A
Een overzicht van vakantieparken
B
Een openstaande functie waarvoor iemand gezocht wordt
C
Een lijst van gepensioneerde medewerkers
D
Een rapport over bedrijfsresultaten

Slide 28 - Quizvraag

Toets
Leer goed voor de toets over 2 weken!

Slide 29 - Tekstslide