3. Salvador Dali

 Salvador Dali
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandvaardigheidBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

 Salvador Dali

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van vandaag
-Kennis maken met het surrealisme
- Mening kunnen geven over schilderijen
- Schilderij maken met surrealistisch object

Slide 2 - Tekstslide

Salvador Dali
Salvador Dalí (Spanje,1904 – 1989) was een veelzijdig kunstenaar. 
 Hij deed mee met de kunst stroming van het surrealisme.

Salvador Dalí museum
(Figueres, Spanje)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Droomwereld 
is het thema voor deze opdracht.

De kunststroming surrealisme beeldt dingen uit als in een
‘droomwereld’ met meestal figuratieve beelden.



De schilderijen zien er realistisch uit maar als je goed kijkt kloppen de dingen niet.

In deze les bekijken we Salvador Dali. 

Slide 5 - Tekstslide

Surrealisme is ontstaan rond 1920. 

Hoogte punt van het surrealisme 1925-1940

Stroming moderne kunst
Persistente of Memory, 1931

Slide 6 - Tekstslide

Surrealisme



onderzoek

Bekijk het filmpje over surrealisme 


.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video



Wat vind jij?

hand om hoog = mooi
hand om laag = niet mooi


Slide 9 - Tekstslide



Wat vind jij?

hand omhoog = mooi
hand omlaag  = niet mooi

Slide 10 - Tekstslide



Wat vind jij?

hand omhoog = mooi
hand omlaag = niet mooi


Slide 11 - Tekstslide



Wat vind jij?

hand omhoog = mooi
hand omlaag = niet mooi


Slide 12 - Tekstslide

wat valt je op?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Schilderopdracht

Bedenk een voorwerp die jij surrealistisch maakt. 
Maak een schets op een A4 papier. 
Na de schets werk je deze uit met verf op A4 papier.
Probeer zo veel mogelijk je schilderij:
-werk groot/gebruik heel je vel
-origineel te houden
-netjes te houden
-Verschillende kleuren gebruiken

Het voorwerp moet herkenbaar zijn en surrealistisch!!


 

Slide 15 - Tekstslide

Evalueren & Reflecteren
- Maak groepjes van 3 
- Kijk naar elkaars werk en stel vragen erover
Bijvoorbeeld: waarom heb je die keuze gemaakt of dit object gebruikt?

Slide 16 - Tekstslide