In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
5 havo ECONOMIE || 2024-2025
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn ook al weer de primaire inkomens?
Slide 2 - Open vraag
Betalingsbalans
Op een betalingsbalans staan de geldstromen van en naar het buitenland als gevolg van handel. Als het geld het land uitgaat, staat het op de uitgavenkant. Als er geld het land inkomt, staat het op de ontvangstenkant.
Slide 3 - Tekstslide
Lopende rekening
De lopende rekening van de betalingsbalans bestaat uit twee deelrekeningen:
De goederen- en dienstenrekening: een overzicht van alle exportontvangsten van en importuitgaven aan het buitenland.
De inkomensrekening: een overzicht van alle ontvangen primaire inkomens (loon, rente, huur, pacht en winst) en inkomensoverdrachten van het buitenland en alle betaalde primaire inkomens en inkomensoverdrachten aan het buitenland. Inkomensoverdrachten zijn bijvoorbeeld het geven van ontwikkelingssteun of het ontvangen van EU-subsidies.
Slide 4 - Tekstslide
NL heeft een overschot op de lopende rekening, wat betekend dit?
Slide 5 - Open vraag
Wat is de betalingsbalans?
A
Het overschot aan producten dat een land verkoopt
B
Een overzicht van de waarde van internationale transacties van een land
C
Het tekort aan producten dat een land koopt
D
Een balans van een bedrijf met betalingen
Slide 6 - Quizvraag
Betalingsbalans
Slide 7 - Tekstslide
Oefenen
Je krijgt een aantal internationale transacties. Per onderdeel geef je aan of dit inkomsten of uitgaves zijn voor de EU en kies je of dit goederen/diensten of inkomens zijn.
Slide 8 - Tekstslide
Hoogoven een bedrijf uit Nederland voert ijzererts in
Slide 9 - Open vraag
Een Nederlandse onderneming bouwt een haven in Saoedi Arabië
Slide 10 - Open vraag
Nederlandse toeristen verblijven in het buitenland
Slide 11 - Open vraag
Philips ontvangt dividend van een dochteronderneming in de VS
Slide 12 - Open vraag
Saldo lopenderekening
Overschot
Ontvangsten groter dan de uitgaves.
Wordt gezien als concurrentiekracht.
Tekort
Uitgaves groter dan de ontvangsten.
Tegenover elk overschot staat een tekort.
Slide 13 - Tekstslide
Als een land meer importeert dan dat er wordt geëxporteerd. Wat heeft een land dan op de betalingsbalans?
A
Overschot
B
Tekort
Slide 14 - Quizvraag
Verschillen tussen landen
Binnen de EU verschillen
Nederland en Duitsland overschot.
Zuidelijke landen te kort.
Eigenlijk moeten er verschillen in keuzes gemaakt worden voor de lonen en inflatie. NL/D willen hogere inflatie en hogere lonen, Zuiden wil lagere inflatie en hogere lonen. Maar er is maar centrale bank.
Slide 15 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les
Internationale transacties op een betalingsbalans registeren.
Saldo lopende rekening van een betalingsbalans berekenen en interpreteren.
Slide 16 - Tekstslide
Aan het werk
Maken 1.19 t/m 1.23
1.23 bespreken.
Nakijken
Wat heb je goed gedaan?
Wat kun je beter doen?
Lees de tekst
Onderstrepen
Samenvatten
Slide 17 - Tekstslide
Handelsbalans
Op de Handelsbalans staat de geldwaarde van de import en export van goederen.
Slide 18 - Tekstslide
Dienstenbalans
Op de Dienstenbalans staat de geldwaarde van de import en export van diensten.
Slide 19 - Tekstslide
Als jij een smartphone in China koopt, staat dat ..
A
Als import op de handelsbalans
B
Als export op de handelsbalans
C
Als import op de dienstenrekening
D
Als export op de dienstenrekening
Slide 20 - Quizvraag
Als jij een weekend naar een hotel in Londen gaat, staat dat ..
A
Als import op de handelsbalans
B
Als export op de handelsbalans
C
Als import op de dienstenrekening
D
Als export op de dienstenrekening
Slide 21 - Quizvraag
Als een Nederlander transport regelt voor een Duits bedrijf, staat dat ..
A
Als import op de handelsbalans
B
Als export op de handelsbalans
C
Als import op de dienstenrekening
D
Als export op de dienstenrekening
Slide 22 - Quizvraag
Als een Engelse supermarkt Nederlandse kaas verkoopt, staat dat ..
A
Als import op de handelsbalans
B
Als export op de handelsbalans
C
Als import op de dienstenrekening
D
Als export op de dienstenrekening
Slide 23 - Quizvraag
Als de Nederlandse overheid AOW-uitkeringen overmaakt aan AOW-gerechtigden in Spanje, staat dat ..
A
Als uitgaven op de inkomensoverdrachtenrekening
B
Als inkomsten op de dienstenrekening
C
Als uitgaven op de dienstenrekening
D
Als uitgaven op de primaire- inkomensrekening
Slide 24 - Quizvraag
Als DAF trucks aan Maleisië verkoopt, staat dat ..
A
Als uitgaven op de goederenrekening
B
Als inkomsten op de goederenrekening
C
Als uitgaven op de dienstenrekening
D
Als inkomsten op de dienstenrekening
Slide 25 - Quizvraag
Als een Nederlander slepersbedrijf vervoer regelt voor het Amerikaanse Exxon, staat dat ..
A
Als uitgaven op de goederenrekening
B
Als inkomsten op de goederenrekening
C
Als uitgaven op de dienstenrekening
D
Als inkomsten op de dienstenrekening
Slide 26 - Quizvraag
Multinationals
Grote bedrijven
vestigingen in veel landen
Slide 27 - Tekstslide
Welke multinationals ken jij?
Slide 28 - Woordweb
Noem een voordeel en een nadeel van multinationals (of outsourcing)
Slide 29 - Open vraag
Kennis is steeds breder beschikbaar, hoe komt dat?
Slide 30 - Tekstslide
Noem een argument voor een bedrijf om kennis te delen en een argument om het niet te doen
Slide 31 - Open vraag
Lesdoelen
Aan het einde van de les
Gevolg van kennis en investeringen op de loonkosten per product en in internationale relaties.