1.5 Gezonde luchtwegen | 1.6/1.7 Roken en blowen

1.5 en 1.6
terugblik
doelen
uitleg
aan de slag
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.5 en 1.6
terugblik
doelen
uitleg
aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

vorige les?

Slide 2 - Woordweb

strottenhoofd
bronchiën
longblaasjes
keelholte
luchtpijp
neusholte
longen

Slide 3 - Sleepvraag

Doelen
  • Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden. 
  • Je kent de mogelijke gevolgen van verslaving aan roken en blowen.

Slide 4 - Tekstslide

1.5 Gezonde luchtwegen
Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden
  • Je kunt beschrijven wat hooikoorts, astma en COPD zijn

Belangrijke begrippen:
  • Smog
  • Ventilatie
  • Hooikoorts

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is roken slecht voor je?

Slide 6 - Woordweb

Schadelijke stoffen
Kankerverwekkend                                                         Minder zuurstof
Teerdruppeltjes 

Slide 7 - Tekstslide

Smog
  • Luchtvervuiling
  • Uitlaatgassen
  • Fijnstof
  • Windstil 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is wel goed voor je longen?
  • Bewegen 
  • Zingen 
  • Muziek maken 
  • Veel ventilatie!!!

Slide 9 - Tekstslide

Longziektes
Hooikoorts
Astma
COPD
Longziektes

Slide 10 - Tekstslide

COPD
  • Chronische ontsteking slijmvlies
  • Longemfyseem 
  • Roken/erfelijk
  • Kortademig, hoesten en slijm

Slide 11 - Tekstslide

Waarom roken mensen eigenlijk?
  • Rustgevend gevoel.
  • Gezelligheid.
  • Jongeren voelen zich volwassen.
  • “Stoer" doen.
  • ...

Slide 12 - Tekstslide

Roken: slechte gewoonte...
  • Je leeft korter.
  • Longziektes: longkanker en COPD zijn de belangrijkste ziektes.
  • Hart en vaatziekten.

Slide 13 - Tekstslide

Stoffen in sigaret

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van roken?
  • Nicotine > verslavende stof in tabak, versnelt de hartslag en vernauwt de bloedvaten.

Wat is het gevolg van vernauwing van de bloedvaten?

- koude handen
- hoge bloeddruk

  • Teer:  kleeft aan de binnenkant van je longen, beschadigt je luchtwegen, rokershoestje, minder zuurstof opnemen in het bloed, longkanker

  • Koolstofmono-oxide - minder zuurstof door je lichaam vervoeren 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

1  Teer
  • Zwart, kleverig stofje, blijft plakken aan het slijmvlies van je longen.
  • Kan kanker veroorzaken. 
  • Je longen worden er zwart van.

Slide 17 - Tekstslide

2  Nicotine
Verslavende stof in een sigaret:
  • Verhoging van de hartslag en bloeddruk.
  • Bloeddrukstijging. 
  • Vernauwen van de kleinere bloedvaten. 
  • In hoge doseringen leidt nicotine tot misselijkheid en braken. 
  • Een overdosis nicotine is dodelijk. 

Slide 18 - Tekstslide

3  Koolstofmono-oxide
  • Is een gas.
  • Reukloos en kleurloos.
  • Zorgt ervoor dat je rode bloedcellen niet zoveel zuurstof kunnen vervoeren. Hierdoor krijgen/hebben rokers een slechtere conditie. 

Slide 19 - Tekstslide

Plaats de begrippen op de juiste plek in de zinnen. 

                                           is de stof in sigaretten die ervoor zorgt dat mensen verslaafd raken aan roken. 

                                           in tabaksrook beschadigt de binnenkant van de luchtwegen. 

Als je                                            inademt, wordt het opgenomen in je bloed. Daardoor is er in het bloed minder plaats voor zuurstof. 
Koolstofmonoxide
Nicotine
Teer

Slide 20 - Sleepvraag

Verslaving
  • Geestelijk en lichamelijk afhankelijk (verslaafd).
  • Gewenning: steeds meer in moeten nemen (behoefte).
  • Bij stoppen ontstaan ontwenningsverschijnselen: rusteloos, stress, boos, enz.

Slide 21 - Tekstslide

Actief roken
Passief roken
Je rookt zelf.
Je bent erbij als iemand rookt.
Je krijgt de schadelijke stoffen die iemand uitblaast ook binnen. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Cannabis
THC = bewustzijn veranderend (net als alcohol).
CBD = niet bewustzijn veranderend, maar beïnvloed THC wel. 

Cannabis maakt je stoned (lui, ontspannen) of high (energiek, vrolijk). 

Lichamelijke effecten.
Geestelijke effecten.

Joint roken = 5x zoveel teer als een sigaret.


Slide 24 - Tekstslide

Plaats de begrippen op de juiste plek in de zinnen. 

Roken is een verslaving. Als je af en toe een sigaret rookt, ontstaat al snel een behoefte aan nicotine. Je gaat dan steeds sterker naar een sigaret verlangen: je bent                                         . Een roker heeft steeds meer nicotine nodig om zich prettiger te voelen. Dit noem je                                         . Vervolgens wordt het steed moeilijker om te stoppen. Het lichaam begint als het ware te protesteren als er niet wordt gerookt. Dit noem je ontwenningsverschijnselen. Je bent dan                                              - ofwel verslaafd.   
Geestelijk afhankelijk
Gewenning
Lichamelijk afhankelijk

Slide 25 - Sleepvraag

1.7 Roken en blowen
Leerdoel:
  • Ik kan de mogelijke gevolgen van verslaving aan roken en blowen uitleggen.

Belangrijke begrippen:
  • Nicotine en teer
  • Koolstofmonoxide 
  • Passief roken / meeroken 
  • Geestelijk afhankelijk en lichamelijk afhankelijk
  • Gewenning
  • THC en CBD
  • Stoned en high 

Slide 26 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag...

Lees en maak de basisstof gezonde longen en roken
timer
30:00

Slide 27 - Tekstslide

Evaluatie

Slide 28 - Tekstslide


  • Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.
Evaluatie

Slide 29 - Open vraag

EXTRA...
Het Klokhuis: Tabak

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Vragen!

Slide 32 - Tekstslide


Wat zijn de risico's en gevolgen van roken?


A
Longkanker
B
Hartinfarct
C
Blaasontsteking
D
AIDS

Slide 33 - Quizvraag


Wat denk jij?
Hoeveel giftige stoffen zitten er in sigarettenrook?

A
Ongeveer 40.
B
Meer dan 4.000.
C
Ongeveer 400.
D
Ongeveer 40.000.

Slide 34 - Quizvraag


Wat denk jij?
Hoeveel van de giftige stoffen zijn kankerverwekkend?

A
Ongeveer 4.
B
Minstens 400.
C
Minstens 40.
D
Minstens 400.

Slide 35 - Quizvraag


Hoe heet de stof die ervoor zorgt dat er minder zuurstof in je bloed kan worden opgenomen?

A
Teer
B
Koolstofmono-oxide
C
Nicotine
D
Rook

Slide 36 - Quizvraag


Hoe heet de stof in tabaksrook die verslavend werkt?

A
Teer
B
Koolstofmono-oxide
C
Nicotine
D
Rook

Slide 37 - Quizvraag


Wat veroorzaakt kanker?

A
Nicotine
B
Koolstofmono-oxide
C
Teer
D
Rook

Slide 38 - Quizvraag


Stoffen in sigarettenrook...

A
Nicotine
B
Nicotine, teer, koolstofmono-oxide.
C
Nicotine en teer.
D
Teer en koolstofmono-oxide.

Slide 39 - Quizvraag

Ken jij maatregelen van de overheid tegen roken?
Overheidsmaatregelen tegen roken
Overheidsmaatregelen tegen roken = De dingen de overheid doet om roken lastiger te maken.

Slide 40 - Woordweb

Vragen!

Slide 41 - Tekstslide


Wat is geen ontwenningsverschijnsel?

A
Rusteloos zijn
B
Stress hebben.
C
Gelukkig zijn.
D
Snel boos worden.

Slide 42 - Quizvraag


Actief roken

A
Je rookt zelf.
B
Je rookt mee met anderen.

Slide 43 - Quizvraag


Wat is geen overheidsmaatregel tegen roken?

A
Docenten moeten buiten de school roken.
B
Sigaretten zijn heel duur.
C
Nare foto's en teksten op pakjes sigaretten.
D
Leerlingen van klas 1 en 2 mogen niet van het schoolplein af om te roken.

Slide 44 - Quizvraag

bronchiën
kraakbeenringen
vertakkingen
bronchiën
longblaasjes

Slide 45 - Sleepvraag

Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling? 

Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes 
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën 
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes 
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën 
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes 
2 bronchiën
3 luchtpijp 

Slide 46 - Sleepvraag

Welke uitleg (zin) hoort bij welk woord?
1. Zitten aan het uiteinde van de (fijne) buisjes in de longen: ......
2. De luchtpijp splitst zich in twee: ......


A
1. bronchiën 2. vertakkingen
B
1. haarvaten 2. longblaasjes
C
1. slijmvliezen 2. haarvaten
D
1. longblaasjes 2. bronchiën

Slide 47 - Quizvraag

Bij deze aandoening krijg je last van plotselinge aanvallen
A
COPD
B
Astma
C
Hooikoorts

Slide 48 - Quizvraag

Twee ziekten van het ademhalingsstelsel zijn astma en COPD.

Bij welke van deze ziekten zijn de luchtwegen steeds ontstoken?

A
Alleen bij astma
B
Alleen bij COPD
C
Bij astma en bij COPD
D
Bij geen van beiden

Slide 49 - Quizvraag

Stelling: voor mensen met COPD is het coronavirus gevaarlijker dan voor mensen zonder COPD (of andere longziekten)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 50 - Quizvraag

Combineer de begrippen in het linkerrijtje met de begrippen in het rechterrijtje. 
Onjuist
16.9% THC en 0.3% CBD
Lui, ontspannen
Juist
20.8% THC en 8.4% CBD
Energiek, vrolijk
Stoned
Wiet
Blowen is schadelijker dan roken
Hasj
High
Cannabis is niet verslavend

Slide 51 - Sleepvraag