In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Reacties
Hoofdstuk 3
par 4 Formuletaal
Slide 1 - Tekstslide
Doelen van deze les:
Je kunt uitleggen dat een reactie niet bij elke temperatuur verloopt.
Je kunt vijf factoren noemen die van invloed zijn op de snelheid van een reactie.
Je kunt de wet van Lavoisier toepassen.
Je kunt uitleggen wanneer een chemische reactie stopt.
Je weet wat het verschil is tussen een element en een verbinding.
Je kunt 7 elementen noemen die uit twee atomige moleculen bestaan.
Je kent de begrippen molecuulformule,coëfficiënt en index.
Slide 2 - Tekstslide
Verbranding van aardgas is een:
A
Exotherme reactie
B
Endotherme reactie
Slide 3 - Quizvraag
Is dit een chemische reactie? Het gloeien van houtspaander
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quizvraag
Element / Verbinding
Een element bestaat uit 1 soort atomen
Een element is niet ontleedbaar
Een element heeft een symbool (hoofdletter+kleine letter)
Een verbinding bestaat uit 2 of meer soorten atomen
Een verbinding is ontleedbaar
Een verbinding heeft meerdere symbolen
Slide 5 - Tekstslide
Een atoomsoort noem je ook wel een element.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Welke van de onderstaande stoffen is een element?
A
o₂
B
C
C
CO
D
He
Slide 7 - Quizvraag
Chemische reactie = verandering van stofeigenschappen
Slide 8 - Tekstslide
methaan = CH₄
1x het C atoom
4x het H atoom
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Molecuulformules van elementen
HClIFBrON
Claire Fietst Naar Haar Oma In
Breda
Deze elementen bestaan altijd uit twee dezelfde atomen.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Magnesium en zuurstof reageren met elkaar in een massaverhouding van 3:2. Je laat 12 gram magnesium reageren met 9 gram zuurstof. Welke stof is dan in overmaat aanwezig?
A
Magnesium
B
Zuurstof
Slide 15 - Quizvraag
Bij een ontledingsreactie gaan moleculen kapot
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Het branden van een kaars is een chemische reactie want kaarsvet 'verdwijnt'.
A
klopt
B
klopt niet
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekenen de notaties:
3 C₆H₁₂O₆
4 NH₃
Slide 18 - Tekstslide
Teken de structuurformules
H₂O
2 NH₃
Slide 19 - Tekstslide
Is de faseovergang van gas naar vloeistof een exotherm of endotherm proces?
A
exotherm
B
endotherm
Slide 20 - Quizvraag
IJzer reageert met zuurstof is dat een exotherm of endotherm proces?
A
exotherm
B
endotherm
Slide 21 - Quizvraag
Is het stollen van water een exotherm of een endotherm proces?
A
exotherm
B
endotherm
C
geen van beide
D
geen idee
Slide 22 - Quizvraag
Het smelten van boter is een ... proces
A
exotherm
B
endotherm
C
dit is niet van toepassing op faseveranderingen
D
de reactie-energie verandert niet
Slide 23 - Quizvraag
Op t = 0 wordt stof A met stof B gemengd. Er treedt een chemische reactie op.
Tijdens en na het mengen wordt de temperatuur gemeten.
De reactie van A met B is ...
A
endotherm
B
exotherm
Slide 24 - Quizvraag
Op t = 0 wordt citroenzuur met soda gemengd. Er treedt een chemische reactie op.
Tijdens en na het mengen wordt de temperatuur gemeten.