CA1; Keith Engels 3de rapport.

Plurals
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Plurals

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

What are the rules?
+ s

+ es

+ ies

other?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plurals
Most words: +s 
One car - two cars
One book - two books


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plurals
Most words: +s 
One car - two cars
One book - two books


Words -f : -ves
One shelf - two shelves
One wolf - two wolves


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plurals
Most words: +s 
One car - two cars
One book - two books

Words -o or s-sound: +es
One tomato - two tomatoes
One box - two boxes
Words -f : -ves
One shelf - two shelves
One wolf - two wolves


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plurals
Most words: +s 
One car - two cars
One book - two books

Words -o or s-sound: +es
One tomato - two tomatoes
One box - two boxes
Words -f : -ves
One shelf - two shelves
One wolf - two wolves

Words 'medeklinker'-y : -ies
One city - two cities
One baby - two babies
One fly - two flies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg  ...
irregular plurals

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Irregular Plurals 

child
woman
foot
man
sheep
mouse
tooth


  • children
  • women
  • feet
  • men
  • sheep
  • mice
  • teeth

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Irregular plurals
-vowel change:
  • man-men
  • woman-women 
  • person - people
  • foot-feet
  • tooth-teeth
  • louse-lice 
  • mouse-mice
Irregular plurals
ending in -en:
  • child-children
  • ox-oxen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Irregular plurals
Type of noun
Change
Example
Nouns that end in -f or -fe
Change to -ves
Life - Lives
Wolf - Wolves
No rule
Learn by heart
Tooth - teeth
Nouns that don't change
-
Sheep 
Fish
Uncountable
-
Water
Money

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Plural Nouns:

tomato
A
tomatos
B
tomaten
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
hobby?
A
hobby's
B
hobbys
C
hobbies
D
hobby

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the plural of the noun 'goose'?
A
Goose
B
Geese
C
Geeses
D
Gooses

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural Nouns:

puppy
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plurals (= meervoud): What is the plural of
wolf?
A
wolves
B
wolfs
C
wolvs
D
wolfes

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural Nouns:

witch
A
Witchen
B
Witchs
C
Witches
D
Witch

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the correct plural form of the noun: ''child''
A
Childs
B
children
C
childes
D
child's

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the correct plural form of the noun: ''potato''
A
potatoes
B
potatos
C
potato's
D
potato

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which one is the correct plural noun for fish?
A
Fishes
B
Fishs
C
Fishies
D
Fish

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural of:
A
knife's
B
knifes
C
knives
D
kniven

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural Nouns:

car

A
Car
B
Cars
C
Caren
D
Cares

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
elf?
A
elfs
B
elvs
C
elfes
D
elves

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural of:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural of:
A
taxs
B
taxen
C
tax's
D
taxes

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural of:
A
shoe
B
shoes
C
schoenen
D
shoos

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
watch?
A
watchs
B
watches
C
watch's

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural of
A
mouses
B
mice
C
mices
D
mouse's

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural of
A
taxies
B
taxi's
C
taxis
D
taxie's

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
baby?
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babyes

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural of:
A
heroes
B
hero's
C
heros
D
held

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
woman?
A
women
B
womans
C
women's
D
woman's

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural of:
A
heroes
B
hero's
C
heros
D
heroe's

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural of:
A
tomatos
B
tomaten
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural of:
A
tomatos
B
tomatoe's
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noun formation
Use suffixes (-ment, -ion and -ness)

-We use -ment and -ion to form nouns from verbs.
- We use - ness to form nouns from adjectives.

The spelling sometimes changes. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes/ Achtervoegsels
Suffixes we use at the end of a word. 
-er = as a comparative + action of a person or thing
-ness = to turn an adjective or adverb into a noun
-ing = used for a product or thing or verb turned into noun
-ment = changed a verb into a noun




Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What is the suffix in the word:
payment
A
pay
B
ment

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What comes after the word:
work
A
-ing
B
-er
C
-ness
D
-ment

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What comes after the word:
Happy
A
-ing
B
-er
C
-ness
D
-ment

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What comes after the word:
Sad
A
-ing
B
-ment
C
-ness

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

E. Writing and grammar
Page 76- exercise 31A

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ADJECTIVES

Slide 46 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complete the text with the correct adjectives on the blanks. Don't use the adjectives more than once!
minute
enourmous
fantastic
delighted
funny
huge
sad

Slide 49 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Recap
adjectives zijn:
A
zelfstandige naamwoorden
B
bijvoeglijke naamwoorden
C
bijwoorden
D
werkwoorden

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies