In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Ik kan een samenvatting maken
Slide 1 - Tekstslide
samenvatting maken
Slide 2 - Woordweb
GEBERGTEN
[1]Wist je dat de Mount Everest, de hoogste top van de Himalaya, ieder jaar nog vier centimeter hoger wordt? Deze top is nu 8850 meter hoog, maar over 25 jaar is hij een meter hoger. Dit komt, doordat twee aardkorstplaten tegen elkaar botsen.
Oude en jonge gebergten
[2] Het duurt miljoenen jaren voordat bergen ontstaan en weer zijn afgesleten. Alle gebergten zijn dus eigenlijk heel oud. Toch zijn er ‘jonge’ en ‘oude’ gebergten.
[3]Vorig jaar heb je geleerd dat de aardkorst uit platen bestaat. Bergen ontstaan door botsing van twee platen. Als deze botsing héél lang geleden is gebeurd, heb je te maken met een oud gebergte. Dat kun je zien als er rondloopt. In een oud gebergte is al heel lang verwering en erosie. Daardoor zijn de toppen afgesleten. De bergen zijn minder hoog en de dalen zijn minder diep.
Slide 3 - Tekstslide
[4] Was de botsing minder lang geleden, dan spreek je van een jong gebergte. Zo’n gebergte heeft nog hoge, spitse toppen en steile, diepe dalen. Soms is daar de gebergtevorming, het botsen van twee platen, nog steeds aan de gang.
[5]Op de eerste afbeelding zie je de Alpen. Dit is een mooi voorbeeld van een jong gebergte, ze zijn nog maar 60 miljoen jaar oud. De toppen zijn hoog en bestaan uit spitse pieken, waar de verwering nog volop aan de gang is.
[6]De Eifel en de Ardennen (300 miljoen jaar oud) waren vroeger net zo hoog als de Alpen. Het grootste gedeelte is nu afgesleten. Op de tweede afbeelding zie je dat de bergen in de Eifel veel vlakker en lager zijn dan die in de Alpen. Het hoogste punt van de Eifel is 747 meter en het hoogste punt van de Alpen is bijna 5000 meter.
Naar: buiteNLand, 2 vmbo-t/havo
Slide 4 - Tekstslide
Waarom kun je de inleiding weglaten uit je samenvatting?
Slide 5 - Open vraag
Over welke twee begrippen gaat de tekst?
A
De Mount-Everest en de Himalaya
B
aardkosten en aardplaten
C
oude en jonge gebergten
D
hoge pieken en diepe dalen
Slide 6 - Quizvraag
Hoe kun je duidelijk zien dat 'hoge en lage gebergten' de belangrijkste begrippen zijn?
Slide 7 - Open vraag
In welke twee alinea's staan alleen voorbeelden van die begrippen?
A
1 en 5
B
1 en 6
C
3 en 6
D
5 en 6
Slide 8 - Quizvraag
Vat de tekst samen in ongeveer 90 woorden. Leg de begrippen goed uit.