7 Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
8 Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
Slide 4 - Tekstslide
Cellen
Bouwstenen van organismen, de mens heeft ongeveer 30 tot 40 biljoen cellen.
(30000000000000 tot 40000000000000)
Slide 5 - Tekstslide
Grote van cellen: 7 - 200 µm
In miliemeters: 0,007 mm - 0,2 mm
Slide 6 - Tekstslide
Grote van cellen
Omdat cellen heel klein zijn heb je een microscoop nodig om deze te zien. Op school gebruiken we een lichtmicroscoop. In laboratoriums worden andere soorten microscopen gebruikt die sterker zijn.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Verschillende vormen
Slide 9 - Tekstslide
Verschillende vormen
De verschillende vormen van cellen hangen samen met hun functie. Rode bloedcellen zijn plat en rond om makkelijk zuurstof op te nemen. Botcellen hebben uitsteeksels met kalk zodat het bot sterk is en niet snel breekt.
Slide 10 - Tekstslide
Dierlijke cel
Slide 11 - Tekstslide
Dierlijke cellen
Dierlijke cellen komen voor bij alle diersoorten, ook eencellige diersoorten. Dierlijke cellen zijn simpel opgebouwd uit een celkern, kernmembraan, kernplasma, cytoplasma en een celmembraan.
Slide 12 - Tekstslide
Plantaardige cel
Slide 13 - Tekstslide
Plantaardige cellen
Plantaardige cellen hebben meer onderdelen dan dierlijke cellen. Ze hebben naast een kernmembraan, kernplasma, celkern, cytoplasma en een celmembraan ook een celwand, bladgroenkorrels en vacuole.
Slide 14 - Tekstslide
Dierlijke en Plantencellen
Slide 15 - Tekstslide
Plastiden
Slide 16 - Tekstslide
Plastiden
Plastiden zijn korrels in de cellen van planten. Plastiden kunnen een van de volgende 3 soorten zijn:
Bladgroenkorrels voor fotosynthese
Kleurstofkorrels om kleur te geven
Zetmeelkorrels om energie op te slaan (zoals vetcellen van de mens)
Slide 17 - Tekstslide
Celorganellen
Onderdelen van de cel met een eigen functie:
- celkern, bevat erfelijke informatie
- vacuole, opslag van stoffen
- plastiden
Slide 18 - Tekstslide
Lichtmicroscoop
Slide 19 - Tekstslide
De lichtmicroscoop
Op school gebruiken we de lichtmicroscoop om cellen van planten, schimmels en dieren te zien. De lichtmicroscoop is niet sterk genoeg om bacterien of organellen te zien, hiervoor gebruikt men sterkere microscopen zoals de SEM microscoop.