Toetsweek werkwoordspelling: les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Nederlands

vwo 1

Herhaling:werkwoordspelling

P3 2019-2020

Vandaag ga je...

...de regels van werkwoordspelling herhalen.

Werkwoordspelling

• De afgelopen lessen heb je geoefend met begrijpend lezen.
  
• Vandaag gaan we even wat anders doen: werkwoordspelling

Eerst een paar algemene vragen over werkwoordspelling..

Eerst een paar algemene vragen over werkwoordspelling..

Juist of onjuist?
De stam van een werkwoord is altijd hetzelfde als de ik-vorm.

1. Juist
2. Onjuist

Noem 2 werkwoorden waarbij de stam hetzelfde is als de ik-vorm

Noem 2 werkwoorden waarbij de stam NIET hetzelfde is als de ik-vorm

Wat is het verschil tussen de stam en de ik-vorm?

Leg uit hoe 'T eX-KoFSCHiP werkt bij werkwoordspelling

Wanneer is het verschil tussen de stam en de ik-vorm belangrijk?
Geef een voorbeeld.

Aan de slag!

Schrijf het onderwerp en de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op. Schriijf ze op in dezelfde volgorde als in de zin.

Pas dit toe op de zinnen van slide 12 t/m 21

1 De grote hond ... (bijten) graag in de pantoffels van zijn baasje.

2 De klantenservice ... (beantwoorden) je mail zo snel mogelijk.

3 ... (Bezorgen) dat bedrijf altijd de volgende dag al?

4 Het liefst ... (reizen) ik alleen in de ochtendspits.

5 Hoe ...(bereiden)je een varkenshaas?

6 De brugklassers ... (ontleden) de zinnen zonder problemen.

7 Komende zondag ... (begraven) de familie hun oude vader.

8 Onze coach ... (trainen) het team op woensdagavond extra hard.

9. De docenten ... (wijzen) de leerlingen op boeken die ze misschien leuk zullen vinden.

10 De kat van de buren ... (roven) de eieren uit het vogelnestje.

persoonsvorm verleden tijd

maak slide 23 t/m 27

Kijk goed naar het onderwerp is deze meervoud of enkelvoud.

1 Julian ... (branden) zijn vingers aan de strijkbout.

2 De timmerman ... (dichten) het gat dat de boze jongen in de deur had getrapt.

3 De schipbreukelingen ... (overleven) dagenlang op niks anders dan regenwater.

4 Vroeger ... (downloaden) ik tv-series, maar tegenwoordig stream ik ze direct.

5. Tijdens de Tour de France ... (zoeven) de wielrenners vlak langs onze auto.

Voltooid deelwoord

Maak slide 29 t/m 33

Hoewel de leeuw ... (temmen) is, kan hij nog steeds gevaarlijk zijn.

De muggenbult op mijn rug heeft wel twee dagen .. . (jeuken ).

Marco heeft meteen ... (douchen) nadat hij in het water was gevallen.

Tijdens de nachtelijke treinreis zag ik mijn
gezicht ... (weerspiegelen) in de ruiten.

Momenteel is Tess alleen nog maar ... (focussen) op het overleven van de toetsweek.

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Maak slide 35 t/m 39

de ... (chroom) deurklink

het ... (landen)vliegtuig

de ... (begroeten)klanten

de ...(promoten)actie

de ... (resetten)computer

Wat vind je nog lastig aan werkwoordspelling?