1 vmbo-bk thema 1 Planten dieren BVJ MAX 22/23 LB

THEMA 1 Planten en dieren
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

THEMA 1 Planten en dieren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1 Je kunt uitleggen wat een organisme is
2 Je kunt de 7 levensverschijnselen noemen
3 Je kunt omschrijven wat groei is
4 Je kunt onderscheid maken of iets levend, dood of levenloos is

Slide 2 - Tekstslide

Organismen
Een organisme is een levend wezen

Voorbeelden van organismen zijn: Bacteriën, schimmels, planten en dieren 

Alle organismen herken je aan de 7 levenskenmerken.

Slide 3 - Tekstslide

Levenskenmerken
Alle organismen hebben levenskenmerken
als iets leeft.  
1 Ademhalen
2 Voeden
3 Groeien
4 Bewegen
5 Waarnemen 
6 Uitscheiden
7 Voortplanten

Slide 4 - Tekstslide

Levend en dood
Een organisme is levend als het ALLE levenskenmerken vertoont. Soms is dit lastig te zien, zoals bij planten. 

Als een organisme ooit levenskenmerken heeft gehad, maar nu niet meer, noem je dit dood.

Een organisme zonder levenskenmerken noem je levenloos.

Slide 5 - Tekstslide

Een levend wezen noem je een organisme.

Een organisme dat geen 
levenskenmerken meer vertoont, noem
je dood.

Een organisme dat nog nooit levenskenmerken heeft getoond, noem
je levenloos.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is groei?
Groei is het groter en zwaarder worden van een organisme.

Dit kan bij alle organismen.

Slide 7 - Tekstslide

ja/nee vragen

Slide 8 - Tekstslide

Gaat biologie over organismen?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Een steen is levenloos.
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Het groter en zwaarder worden van de bladeren van een plant noemen we groei.
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Een plant krijgt nieuwe zijwortels. Dat is groei.
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Als een plant grotere bladeren heeft, is de plant goed aangepast aan een droge omgeving.
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

meerkeuzevragen

Slide 14 - Tekstslide

Hoe noem je iets dat geen levenskenmerken meer vertoont?
A
dood
B
levend
C
levenloos

Slide 15 - Quizvraag

Deze afbeelding heb je nodig voor de volgende vraag.

Slide 16 - Tekstslide

In de afbeelding op de vorige bladzijde is een houten kast getekend. Hout komt van bomen.
Is deze houten kast levend, dood of levenloos?

A
dood
B
levend
C
levenloos

Slide 17 - Quizvraag

Deze afbeelding heb je nodig bij de volgende vraag.

Slide 18 - Tekstslide

In de afbeelding op de vorige bladzijde is een stenen standbeeld getekend.
Is dit standbeeld levend, dood of levenloos?
A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een levenskenmerk?
A
ademhalen
B
praten
C
verliefd zijn

Slide 20 - Quizvraag

Deze afbeelding heb je nodig bij de volgende vraag.

Slide 21 - Tekstslide

Kijk naar afbeelding 4 op de vorige bladzijde.
Welk levenskenmerk wordt in deze afbeelding getoond?
A
de kuikens doen aan uitscheiding
B
de kuikens worden gevoed
C
de kuikens zingen

Slide 22 - Quizvraag

open vragen

Slide 23 - Tekstslide

Deze tekst heb je nodig voor de volgende vraag.

Slide 24 - Tekstslide

Lees de tekst op de vorige bladzijde.
Schrijf 2 levenskenmerken uit de tekst op.

Slide 25 - Open vraag

Wat zou er met de mensen en de dieren gebeuren, als er geen planten zouden zijn?

Slide 26 - Open vraag

Leerdoelen
1 Je kunt uitleggen wat een organisme is
2 Je kunt de 7 levensverschijnselen noemen
3 Je kunt omschrijven wat groei is
4 Je kunt onderscheid maken of iets levend, dood of levenloos is

Slide 27 - Tekstslide

EINDE VAN DE LES

Slide 28 - Tekstslide