Diversiteit

Diversiteit
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Diversiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet/kun je:

Heb je geleerd dat gelijkheid in artikel 1 van de Grondwet staat 
Ken je de betekenis van de begrippen discriminatie, stereotypen en vooroordelen 
Heb je je eigen stereotypen en vooroordelen leren kennen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou
de grondwet?

Slide 3 - Woordweb

Vraag studenten om uit te leggen wat volgens hen de Grondwet is. 
De Nederlandse grondwet
De Nederlandse Grondwet is een wet met de belangrijkste rechten en plichten van de burgers en de bevoegdheden van koning, regering en parlement.

Er is een grondwet in Nederland om de basisrechten van burgers te garanderen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk je dat er staat
in artikel 1 van de grondwet?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Artikel 1
Naast dit grondrecht heb je ook:
- Recht om te stemmen bij verkiezingen
- Recht op vrijheid van godsdienst
- Recht op vrijheid van meningsuiting
- Recht op privacy

Slide 6 - Tekstslide

Bespreek met elkaar artikel 1 van de Grondwet. Neem de inhoud goed door.
Leg kort iets uit over grondrechten: 

Slide 7 - Video

Bespreek het filmpje na aan de hand van de volgende vragen:
• Waarom voelen de mensen in het filmpje zich soms bezwaard om zichzelf te zijn?
• Waarom doen de mensen in het filmpje zich anders voor?
• Heb je weleens het gevoel (gehad) dat jij jezelf anders voor moest doen?
• Hoe deed je je voor?
• Welk deel van jezelf verstopte je?

Vraag de studenten wat ze hebben gezien. Bespreek met hen dat de mensen uit het filmpje zich
anders voordoen, met als reden dat ze anders ongelijk behandeld worden. Zorg dat duidelijk wordt
dat dit gaat over ongelijke behandeling. 
Discriminatie
Discriminatie is het slechter behandelen van een groep of persoon vanwege kenmerken die er niet toe doen, zoals sekse, huiskleur, geaardheid, leeftijd, religie of handicap.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe discriminatie tot stand komt, vaak op basis van vooroordelen. Vraag de studenten of ze  nog meer voorbeelden kunnen geven. 

Slide 9 - Video

Bekijk het filmpje Dit is discriminatie volgens de wet (RTL Nieuws). "Het gevoel dat je niet meetelt,  daar kan niemand tegen." Bijna driekwart van de Nederlanders vindt dat er tegenwoordig te snel wordt geroepen dat iets discriminatie is. Maar hoe zit het nou echt, wanneer is er voor de wet sprake van iets strafbaars?
Vooroordelen
Discriminatie heeft te maken met vooroordelen.
Een vooroordeel is een mening over een persoon of groep, die niet op feiten is gebaseerd. 
Bijvoorbeeld: 
‘Dikke mensen zijn gezellig’ 
‘Blondjes zijn dom’
‘Vrouwen kunnen niet autorijden’

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe discriminatie tot stand komt, vaak op basis van vooroordelen. Vraag de studenten of ze  nog meer voorbeelden kunnen geven. 
Iedereen heeft vooroordelen
A
Mee eens
B
Niet mee eens

Slide 11 - Quizvraag

Vraag de studenten:
• Wie denkt van zichzelf dat hij/zij geen vooroordelen heeft?
• Wie vindt/weet van zichzelf dat hij/zij vooroordelen heeft?

Slide 12 - Woordweb

Welke stereotypes
zie je in het plaatje?

Vertel: Vooroordelen zijn vaak gebaseerd op stereotypes: een beeld over een groep dat vaak niet  klopt met de werkelijkheid. Vaak zijn de beelden te eenvoudig of juist te overdreven. 

Vraag de studenten:
• Waarom zijn vooroordelen lastig te veranderen? (Ze zijn bijvoorbeeld heel algemeen en
worden vaak herhaald, al dan niet expliciet. Je bent je er ook vaak niet bewust van.)
• Wanneer is er sprake van discriminatie? (Als je ook mensen benadeelt vanwege
vooroordelen, bijvoorbeeld liever een man of een Nederlander aanneemt voor een functie.)
Een vooroordeel berust meestal op een gebrek aan kennis of op een bepaalde emotie. 
Wat denken mensen van jou?

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit: Zelf heb je - 99% zeker - ook zo je vooroordelen.

Voorbeeld: vooroordelen wanneer iemand zegt ‘ik werk in de bouw’.
Vraag: Wat voor vooroordelen heb je daarbij?
Voorbeeld: typisch bouwvakkersgedrag, alleen mannen, etc. Maar klopt dit oordeel altijd?

Vraag de studenten: Wat verwacht jij? Hoe denken mensen over jou, wanneer ze horen wat je  studeert of waar je werkt?

Slide 14 - Video

Na de dood van George Floyd gingen over de hele wereld mensen de straat op om te demonstreren  tegen racistisch politiegeweld. Maar ook om te staan tegen racisme in eigen land. Wat is de situatie  in Nederland? En hoe ervaren jongeren dat? Bekijk met de studenten het filmpje waarom ook  Nederlanders de straat op gaan tegen racisme.
Hoor of zeg jij wel eens?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Bespreek de uitspraken op de slide. Deze uitspraken lijken misschien onschuldig, maar het worden  ook gebruikt als voorbeeld van alledaagse vormen van racisme. 

Bespreek:
• Horen de studenten deze uitspraken wel eens, of hebben ze zelf wel eens zo’n soort
opmerking gemaakt?
• Hoe reageren ze hierop?
• Zien zij deze uitspraken ook als racistisch of moet dit kunnen?

Slide 16 - Video

Bekijk het filmpje: We delen meer dan we denken. Op de video zie je een sociaal experiment,  vergelijkbaar met ‘over de streep’. Uit dit experiment blijkt dat mensen uit groepen die heel 
verschillend zijn en niets met elkaar gemeen lijken te hebben, toch meer met elkaar delen dan we  denken. 

Leg uit: we hebben vaak een stereotype beeld van mensen, landen of culturen. Als je nadenkt over  Nederland, zal dat niet anders zijn. Toch is het goed om te onthouden dat we meer met elkaar 
gemeen hebben dan we soms denken.

TIP Dit filmpje duurt drie minuten, maar de kern kan vrij snel duidelijk zijn. Is de video te lang voor  jouw studenten? Gebruik dan eventueel de werkvorm ‘over de streep’ om een soortgelijk 
experiment te doen met jouw klas
Zijn er nog vragen?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan het werk
Ga nu aan de slag met:
De opdrachten 23 t/m
27 op bladzijde 104 t/m 108.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies