5.6 Bruto en Netto loon

Programma
Terugblik op 5.4 en 5.5
Bespreken theorie 5.6
Maken huiswerk 5.6
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma
Terugblik op 5.4 en 5.5
Bespreken theorie 5.6
Maken huiswerk 5.6

Slide 1 - Tekstslide

Waar staat AOW voor?

Slide 2 - Open vraag

Je komt in aanmerking voor een Anw-uitkering als je
A
werkloos bent
B
arbeidsongeschikt bent
C
66 jaar bent
D
als je partner overleden is

Slide 3 - Quizvraag

De AOW is een
A
werknemersverzekering
B
volksverzekering
C
sociale voorziening

Slide 4 - Quizvraag

De afkorting WIA staat voor

Slide 5 - Open vraag

Iemand die een WIA uitkering ontvangt die is
A
Werkloos maar kan wel werken
B
geheel of gedeeltelijk niet in staat om te werken
C
te oud om te werken

Slide 6 - Quizvraag

Wajong staat voor

Slide 7 - Open vraag

De Wajong is een
A
Volksverzerkering
B
Werknemersverzekering
C
sociale voorziening

Slide 8 - Quizvraag

De AKW is een verzekering
A
tegen verlies aan inkomen
B
tegen hoge kosten

Slide 9 - Quizvraag

De afkorting AWBZ staat voor:

Slide 10 - Open vraag

Ouders ontvangen voor hun kinderen tot 18 jaar:
A
Anw
B
Wajong
C
AKW
D
ZW

Slide 11 - Quizvraag

De afkorting WWB staat voor

Slide 12 - Open vraag

De WWB is een
A
Werknemersverzekering
B
Volksverzekering
C
Sociale voorziening

Slide 13 - Quizvraag

WW staat voor
A
Werkloosheidswet
B
Werkgelegeheidswet
C
Wet werk
D
Wezenwet

Slide 14 - Quizvraag

Stelling:
Door de coronacrisis wordt er meer uitgekeerd vanuit het sociale zekerheid stelsel

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Nu maken
Maak de opgaven 5.6
1 t/m 5 + 7, 11 en 12
= huiswerk

Slide 22 - Tekstslide