Fictie - open plekken

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
De komende tijd: korte verhalen lezen, oefenen met theorie fictie toepassen op korte verhalen
Formatieve toets: boekopdracht 
Toets fictie in januari: theorievragen en toepassingsvragen
- Terugblik
- Huiswerk bespreken
- Uitleg theorie
- Kort verhaal lezen
- Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Hoe begrens je zinnen op de juiste manier? Waar kijk je dan naar?

Slide 3 - Open vraag

Verbeter de fout: We gaan morgen naar de bioscoop, ik heb er zin in.

Slide 4 - Open vraag

Verbeter de fout: Omdat ik morgen naar de film ga. Heb ik nu geen zin om een film te kijken.

Slide 5 - Open vraag

Welke begrippen horen bij fictie?

Slide 6 - Woordweb

Huiswerk bespreken

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg theorie: open plekken
  • Niet alles in een verhaal is meteen duidelijk
  • Open plekken: sommige stukken roepen vragen op
  • Als lezer wil je antwoorden op de vragen die bij je opkomen en dus lees je verder > spanning
  • Soms wordt je vraag meteen beantwoord, soms pas later en soms ook helemaal niet
  • Alle vragen zijn goed, zolang het maar échte vragen zijn
  • Open plekken laten je dieper nadenken over alle aspecten van een verhaal:
de gebeurtenissen
de personages
de ruimte
de tijd
de thematiek

Slide 8 - Tekstslide

Open plekken
- Open eind: een verhaal heeft een open eind als één of meerdere belangrijke open plekken niet ingevuld worden.
- Gesloten eind: een verhaal heeft een gesloten eind als (bijna) alle belangrijke open plekken ingevuld zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Kort verhaal lezen
- Blz. 3
- Klassikaal lezen

Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten maken
- Blz. 3
-  Lees eventueel de theorie nog eens door
- In tweetallen
- Antwoorden opschrijven in je schrift
- 5 min
- Daarna bespreken

Slide 12 - Tekstslide

Noteer minimaal twee open plekken uit het korte verhaal.

Slide 13 - Open vraag

Geef aan of deze open plekken ingevuld worden of niet. Als ze worden ingevuld moet je ook aangeven hoe ze worden ingevuld.

Slide 14 - Open vraag

Citeer de belangrijkste vraag die in dit verhaal wordt gesteld.

Slide 15 - Open vraag

Welk personage maakt de meest onverstandige keuze? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open vraag

Zou jij poep eten in ruil voor een heel mooi huis? Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open vraag

Heeft dit verhaal een open of een gesloten eind? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Open vraag