4v- laatste les:Leesvaardigheid Duits signaalwoorden-19-4

1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letzte Deutsch-Stunde:
Cito-lesen:
- Ich kenne Signalwörter und benutze sie
- Ich trage einen Fragebogen ein und bekomme Schokolade



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Montag, 24. Juni: Lesetest, 100 Minuten
Lesetest (3x) = eigenes Wörterbuch D-NL mitnehmen!! (NL-NL darf auch mit)


Hiermit kannst du dich vorbereiten:
2) cito-Texte, Examen 2017/2018 (* und **)
= mit Wörterbuch, kein Laptop!
=> Antworten (= met uitwerking) stehen auf teams
3) “Boekje Leesvaardigheid”: stappenplannen, signaalwoorden en cito-woordenschat



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signalwörter

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hast du das Lernziel errreicht?
- Ich kenne Signalwörter und kann sie benutzen


😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden
  • Signaalwoorden geven verbanden weer: verbanden tussen zinnen of verbanden tussen alinea's. 
z.B. Wie verhält sich der 4. Absatz zum 2. Absatz?

  • Signaalwoorden geven ook informatie over de opbouw van een tekst
z.B. opsomming, conclusie, tegenstelling, reden/oorzaak, tijd....

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opsomming
und - en
zudem - bovendien
außerdem - bovendien
dann - dan, vervolgens
(zu)erst - ten eerste 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Franziska vindt het zielig voor dieren als ze moeten worden geslacht voor de vleesproductie. 
Welke drie andere redenen noemt ze in alinea 2 waarom mensen vegatariërer zouden moeten worden?
timer
2:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie andere redenen noemt ze in alinea 2 waarom mensen vegetariër zouden moeten worden?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Franziska vindt het zielig voor dieren als ze moeten worden geslacht voor de vleesproductie. 
Welke drie andere redenen noemt ze in alinea 2 waarom mensen vegatariërer zouden moeten worden?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegenstelling
doch - toch, echter
sondern - maar
statt - in plaats van 
trotzdem - toch, desondanks
aber - maar
obwohl - hoewel
trotz - ondanks
während - terwijl

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alinea 2 bestaat uit twee delen. 
In het eerste deel wordt een positieve kijk op de baan van "Animateur" gegeven.
In het tweede deel wordt de nadelige kant van deze baan besproken. 
   Schrijf de eerste twee Duitse woorden op van deel 2. 
timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alinea 2 bestaat uit twee delen.
In het eerste deel wordt een positieve kijk op de baan van "Animateur" gegeven.
In het tweede deel wordt de nadelige kant van deze baan besproken.
Schrijf de eerste twee Duitse woorden op van deel 2.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Alinea 2 bestaat uit twee delen. 
In het eerste deel wordt een positieve kijk op de baan van "Animateur" gegeven.
In het tweede deel wordt de nadelige kant vn deze baan besproken. 
   Schrijf de eerste twee Duitse woorden op van deel 2. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reden / oorzaak 
denn = want
weil = omdat
schließlich = per slot van rekening
nämlich = namelijk
deswegen = daarom 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom ontsloeg een bazin haar 21-jarige werknemer?
Volgens haar...
A bracht hij zijn ziekte herstel in gevaar.
B had hij leugens over haar op Facebook gezet.
C had hij zich ten onrechte ziek gemeld.
D zat hij te vaak op Facebook tijdens werktijd. 
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom ontsloeg een bazin haar 21-jarige werknemer?
Volgens haar...
A bracht hij zijn ziekte herstel in gevaar.
B had hij leugens over haar op Facebook gezet.
C had hij zich ten onrechte ziek gemeld.
D zat hij te vaak op Facebook tijdens werktijd. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benadrukking
besonders = in het bijzonder, vooral
selbst = zelfs
sogar = zelfs
vor allem = in het bijzonder, vooral 

Slide 19 - Tekstslide

Verder met M3A
Was findet Andrea so toll an ihrem Job? (Absatz 3) 
Dass sie...
A Kritik an Kollegen üben darf. 

B sich oft mit neuen Sachen befassen kann.
C über regionale Ereignisse berichten darf. 
D unter hohem Zeitdruck leisten muss. 
timer
1:30

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was findet Andrea so toll an ihrem Job? (Absatz 3)
Dass sie...
A
Kritik an Kollegen üben darf.
B
sich oft mit neuen Sachen befassen kann.
C
über regionale Ereignisse berichten darf.
D
unter hohem Zeitdruck leisten muss.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Was findet Andrea so toll an ihrem Job? (Absatz 3) 
Dass sie...
A Kritik an Kollegen üben darf.
B sich oft mit neuen Sachen befassen kann.
C über regionale Ereignisse berichten darf. 
D unter hohem Zeitdruck leisten muss. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevestiging
klar = vanzelfsprekend, natuurlijk
natürlich = vanzelfsprekend, natuurlijk
tatsächlich = inderdaad, zeker
wirklich = inderdaad, zeker 

Slide 23 - Tekstslide

Verder met H3A en H3B

Was wird im 1. Absatz über den Meisterdieb deutlich?
A Er hat gestohlen um Eindruck zu machen. 
B Er hielt sein Wort. 
C Er war mehr ein Angeber als ein Dieb.
D Er wurde zum Stehlen gezwungen. 

timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was wird im 1. Absatz über den Meisterdieb deutlich?
A
Er hat gestohlen um Eindruck zu machen.
B
Er hielt sein Wort.
C
Er war mehr ein Angeber als ein Dieb.
D
Er wurde zum Stehlen gezwungen.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Was wird im 1. Absatz über den Meisterdieb deutlich?
A Er hat gestohlen um Eindruck zu machen. 
B Er hielt sein Wort. 
C Er war mehr ein Angeber als ein Dieb.
D Er wurde zum Stehlen gezwungen. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
also = dus
deshalb = derhalve, daarom
daher = vandaar
damit = zodat 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was beschreibt der 1. Absatz?
A Dass Leute früher leichter soziale Kontakte knüpften als heute. 
B Was man früher unter Freundschaft verstand.
C Wie schwierig es früher war, Freundschaften zu pflegen. 
timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was beschreibt der 1. Absatz?

A
Dass Leute frïher leichter soziale Kontakte knüpften als heute.
B
Was man früher unter Freundschaft verstand.
C
Wie schwierig es früher war, Freundschaften zu pflegen.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Was beschreibt der 1. Absatz?
A Dass Leute frïher leichter soziale Kontakte knüpften als heute. 
B Was man früher unter Freundschaft verstand.
C Wie schwierig es früher war, Freundschaften zu pflegen. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opsomming
Tegenstelling
Reden / oorzaak
Benadrukking
Bevestiging
Conclusie
außerdem - bovendien
dann - dann
zuerst - ten eerste
trotz - ondanks
weil - omdat
denn- want
vor allem - vooral / in het bijzonder
klar - natuurlijk
deshalb - daarom

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

also
damit
darum
auch
tatsächlich
sondern
Betekenissen van signaalwoorden
ook
maar
zodat
daarom
dus
inderdaad

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leesstrategieën

Slide 33 - Tekstslide

Verder met H3A
Verder met V3A


Soorten leesstrategiën
  • voorspellen
  • voorkennis gebruiken
  • structuur van de tekst ontdekken / gebruiken
  • skimmen
  • scannen / selectief lezen
  • gedetaillieerd lezen 
  • woordbetekenissen afleiden of raden

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorspellen
Kijk naar titel, plaatjes, onderschriften, tussenkopjes en of opvallende woorden. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Skimmen
De tekst snel en globaal doorlezen. 
Bij korte teksten: kijk naar de eerste en laatste zin van de alinea (ELZA-methode).
Bij lange teksten: lees de inleiding, eerste en laatste zinnen van de volgende alinea's. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scannen
Je scant de tekst om een bepaald stukje informatie te vinden. Je leest dus selectief. Als je opzoek bent naar maar één bepaald gegeven, maak je gebruik van scannen. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis gebruiken
Door het gebruik van voorkennis kun je eventueel gebrek aan woordkennis compenseren. Je kunt de tekst dus begrijpen zonder dat je alle (moeilijke) woorden moet kennen of opzoeken. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuur ontdekken en gebruiken
Je moet verbanden tussen delen van een tekst kunnen herkennen en aangeven. Denk hierbij aan conclusies, opsommingen, voorbeelden, verwijzingen etc. Hierbij zijn de signaalwoorden erg belangrijk! 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intensief (gedetailleerd lezen)
Een (korte) tekst of een gedeelte intensief lezen om de vraag te kunnen beantwoorden. 
De tekst: uitpluizen, verbanden ontdekken en leggen. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordbetekenissen raden / afleiden
Woordenboek gebruiken is handig, maar kost heel veel tijd. 
  • Lijkt het woord op het Nederlands of Engels?
  • Spreek het woord in gedachten uit. 
  • Hak het woord in stukjes.
  • Kijk naar de context waarin de zin staat. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kurzer Text
Langer Text
Scantext
Lückentext

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel voorkomende woorden / zinnen om het examen

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veelvoorkomende examenvragen top 10

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Was ist der Kern des 4. Absatzes?

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Was macht der 3. Absatz deutlich?

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Was sollen die Zeilen zum Ausdruck bringen?

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie schließt dieser Satz an den vorhergehenden Satz an?

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hast du das Lernziel errreicht?
- Ich kenne Signalwörter und kann sie benutzen


😒🙁😐🙂😃

Slide 49 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Letzte Deutsch-Doppelstunde:
Jetzt:
- Ich trage einen Fragebogen ein und bekomme Schokolade



Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies