In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
3.4 Het klimaat in Nederland
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
- Ophalen vorige lessen
- samen behandelen 3.4
Slide 2 - Tekstslide
Hoe komt het dat we seizoenen hebben?
timer
0:20
A
Door de draaiing van de aarde om de zon + de scheve hoek
B
Door de draaiing van de zon om de aarde + de scheve hoek
C
Door de wolken
D
Omdat de aarde om zijn eigen as draait
Slide 3 - Quizvraag
Hoe komt het dat we dag en nacht hebben?
timer
0:30
A
Door de draaiing van de aarde om de zon
B
Door de draaiing van de zon om de aarde
C
Door de wolken
D
Omdat de aarde om zijn eigen as draait
Slide 4 - Quizvraag
Welke seizoen heeft de Zuidpool volgens de tekening ?
timer
0:30
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter
Slide 5 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de temperatuur naarmate je op hoge breedte komt?
timer
0:20
A
Blijft gelijk
B
Het wordt warmer
C
Het wordt kouder
Slide 6 - Quizvraag
Waarom is het op de evenaar warmer dan op de polen?
timer
0:30
A
De zon komt in een rechtere hoek binnen
B
De zon staat dichter bij de evenaar dan de polen
Slide 7 - Quizvraag
Waarom maakt het uit hoe schuin de zon binnenkomt
A
De afstand die de zonnestralen door de atmosfeer moeten afleggen
B
Dezelfde hoeveelheid energie hoeft op de evenaar een kleiner gebied te verwarmen
C
Des te schuiner des te groter dat de straling kan vallen
D
De hoek maakt eigenlijk niet uit
Slide 8 - Quizvraag
Nederland heeft een zeeklimaat. Wat is hier géén reden voor?
A
de breedteligging
B
de ligging aan zee
C
de ligging op het land
D
de overheersende westenwind
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent 'overheersend' als we het over overheersende wind hebben?
A
komt weinig voor
B
komt het meest voor
C
komt niet voor
D
komt alleen maar voor
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent 'aanlandige wind'?
A
Wind vanuit het noorden
B
Wind uit het zuiden
C
Wind die vanaf zee waait
D
Frontale regen
Slide 11 - Quizvraag
Als er een aflandige wind staat in de zomer is het...?
A
kouder
B
warmer
C
hetzelfde als altijd
D
natter
Slide 12 - Quizvraag
Wat kunnen de gevolgen zijn van klimaatverandering in Nederland?
Slide 13 - Open vraag
Waardoor is het in de zomer in Berlijn warmer dan in Nederland?
Slide 14 - Open vraag
Leerdoelen
Je weet dat land en zee het klimaat beïnvloeden.
Je begrijpt waardoor Nederland een gematigd zeeklimaat heeft.
Je kunt verklaren waarom het in de zomer in Nederland koeler is dan in Berlijn en in de winter warmer.
Slide 15 - Tekstslide
samen lezen par. 3.4
blz. 138
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
In Nederland hebben we een zeeklimaat door de invloed van de zee.
Slide 18 - Tekstslide
Landen die op dezelfde breedte liggen kunnen dus een ander klimaat hebben.
Dichtbij de zee, heb je een zeeklimaat, ga je verder het land in op dezelfde breedte dan heb je een landklimaat
Slide 19 - Tekstslide
In Nederland hebben we een overheersende westenwind, daardoor is het in de zomer vaak koel. Komt de wind uit het oosten in de zomer dan wordt het warm, en in de winter juist kouder.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Waardoor is het in de zomer in Berlijn warmer dan in Nederland?
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Huiswerk
Lever uiterlijk vrijdag de PO Factsheet klimaat in als je dat nog niet gedaan had!
Volgende week woensdagmoeten de opdrachten van paragraaf 3.4 af zijn in je boek. Leer daarbij ook de leerdoelen en begrippen van deze paragraaf.