5.4 Onderzoeksbegrippen

Wat gaan we doen vandaag?
- Korte quiz onderzoeksvaardigheden
- Nakijken opdracht 19
- Eindexamenopdracht 
- Samen bespreken 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
- Korte quiz onderzoeksvaardigheden
- Nakijken opdracht 19
- Eindexamenopdracht 
- Samen bespreken 

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn Indicatoren?
A
Zij maken variabelen meetbaar.
B
Zij zorgen ervoor dat je een variabele kunt onderzoeken
C
zij zijn nodig voor het operationaliseren.
D
A,B en C zijn juist

Slide 2 - Quizvraag

Causaal model
A
daarin staan alleen variabelen die effect hebben op elkaar
B
conceptueel model
C
resultaten die niet op toeval berusten
D
Literatuurstudie

Slide 3 - Quizvraag

Conceptueel model
A
daarin staan alleen variabelen die effect hebben op elkaar
B
In dit model staan de hokjes en pijlen voor hypothesen.
C
de visuele weergave van de verwachte oorzaak-gevolgrelatie in je onderzoek.
D
B en C zijn juist, A is onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Variabele
A
wetmatigheid
B
Kenmerk van een actor of samenleving die kan variëren.
C
het je eigen maken van een cultuur
D
een vorm van een hypothese

Slide 5 - Quizvraag

Onafhankelijke variabele
A
Dit is een variabele die wijzelf kunnen manipuleren.
B
Dit is een variabele die wordt beïnvloed.
C
is de Oorzakelijke variabele.
D
Alleen B is onjuist.

Slide 6 - Quizvraag

Afhankelijke variabele
A
Deze staat altijd rechts in het model
B
effect- of gevolgvariabele
C
A en B zijn juist
D
is meetbaar

Slide 7 - Quizvraag

Interveniërende variabele
A
staat tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele in.
B
is zowel onafhankelijke als afhankelijke variabele
C
staat geheel links in het model
D
A en B zijn beide juist

Slide 8 - Quizvraag

Interactievariabele en -effect
A
tegelijk afhankelijke en onafhankelijke variabele
B
staat uiterst rechts in het model
C
causaal verband
D
derde variabele die invloed heeft op de relatie van de twee andere variabelen.

Slide 9 - Quizvraag

Significant
A
afhankelijke variabelen
B
resultaten berusten niet op toeval
C
onafhankelijke variabelen
D
resultaten berusten op toeval

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

We zien hier
A
een interveniërende variable
B
een interactievariabele

Slide 12 - Quizvraag

Pak opdracht 19 erbij (p 133)

Slide 13 - Tekstslide

Deelconclusies
1. De bevolkingsgroei daalt licht, kindersterfte daalt snel, levensverwachting neemt toe.
2. De wereldeconomie en wereldhandel groeien gestaag.
3. De energieproductie neemt toe en de CO2 uitstoot neemt enorm toe.
4. Het percentage landbouwgrond blijft ongeveer gelijk, bossen worden iets kleiner, ijzerertsproductie neemt fors toe.
5. De uitstoot van zwaveldioxide (SO2) neemt toe in de ontwikkelingslanden en is flink gedaald in de ontwikkelde landen.

Slide 14 - Tekstslide

Examenopgave
- Maak opdracht 8
- 30 - 35 minuten
Klaar? Vraag aan mij het antwoordmodel

Slide 15 - Tekstslide