In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Kennis check
Pincode hoofdstuk 2.2
Hou een rekenmachine bij de hand.
Slide 1 - Tekstslide
Een puntzak drop kost € 2,50 voor 150 gram.
Hoeveel kost 100 gram?
A
€ 1,65
B
€ 1,66
C
€ 1,67
D
€ 1,68
Slide 2 - Quizvraag
Welke uitspraak zegt iets over een keurmerk?
A
Een garantie op een aankoop.
B
Een A-merk zoals Bolletje
C
Een logo van een consumentenorganisatie
D
Een product voldoet aan bepaalde eisen.
Slide 3 - Quizvraag
Wat houdt het recht op een deugdelijk product in?
A
Het product heeft een keurmerk.
B
Recht op garantie bij aankoop van een particulier.
C
Het product bij normaal gebruik een bepaalde tijd meegaat.
D
Het product voldoet aan duurzaamheidseisen.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van gevolgschade op grond van de Wet productaansprakelijkheid?
A
Het product werkt niet en je wilt je geld terug.
B
Het product bevat teveel pesticiden en wordt daarom teruggeroepen.
C
Na het wassen met een wasmiddel zijn je kleren verkleurd. Je wilt de schade aan de kleren verhalen op de producent.
D
Het fruit is over datum. Je gaat terug naar de groenteboer en eist je geld terug.
Slide 5 - Quizvraag
Je hebt een abonnement van € 120 op de Telegraaf afgesloten in het centrum van je woonplaats. Mag je dit opzeggen na 8 dagen?
A
Nee, want je hebt een product op maat gekocht.
B
Ja, want je hebt een bestelbon ingevuld.
C
Nee, want je hebt een aankoop onder de € 150 gedaan.
D
Ja, want je hebt een aankoop op straat gedaan boven de € 50.
Slide 6 - Quizvraag
Hoera Jona is 15 jaar geworden! Van zijn verjaardagsgeld heeft hij een iPhone gekocht. Zijn ouders wisten nergens van en willen de koop ontbinden. Kan dit?
A
Ja. Hij is handelingsonbekwaam
B
Ja. Het is een ondeugdelijk product.
C
Nee. Hij heeft de aankoop gedaan.
D
Nee. Dit moet de rechter bepalen.
Slide 7 - Quizvraag
Bertha is 102 jaar en kerngezond. Ze heeft een nieuwe televisie gekocht. Is ze wel handelingsbekwaam?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Welk van de onderstaande organisaties is geen consumentenorganisatie?
A
Nibud
B
Beter leven
C
ANWB
D
Consumentenbond
Slide 9 - Quizvraag
Bonno is vader van drie kinderen en heeft aan de deur kinderpostzegels gekocht. Na acht dagen heeft hij spijt. Kan hij de koop terugdraaien?
A
Ja. Hij is handelingsonbekwaam.
B
Ja. Hij richt zich op de colportagewet.
C
Ja. Hij richt zich op de Wet koop op afstand.
D
Nee. De koop is gedaan en hij is handelingsbekwaam.
Slide 10 - Quizvraag
In het [ 1 ] staan regels om consumenten bij hun aankopen te beschermen. Zo hebben consumenten in ieder geval recht op een [ 2 ] product .
A
1 Warenwet
2 keurmerk
B
1 consumentenrecht
2 keurmerk
C
1 warenwet
2 deugdelijk
D
1 consumentenrecht
2 deugdelijk
Slide 11 - Quizvraag
De [ 1 ] verbiedt de verkoop van onveilig voedsel en andere producten volgens de wet [ 2 ] is de fabrikant aansprakelijk voor de schade die ontstaat als een product niet goed functioneert.
A
1 Koop op afstand
2 Productaansprakelijkheid
B
1 Warenwet
2 Productaansprakelijkheid
C
1 koop op afstand
2 Colportage
D
1 Warenwet
2 Colportage
Slide 12 - Quizvraag
De letters ACM staan voor
A
Autoriteit Consequent met Middelen
B
Autoriteit Concurrent en Middelen
C
Autoriteit Consument en Markt
D
Autoriteit Concurrent en Markt
Slide 13 - Quizvraag
De colportage wet geldt bij:
A
Aankopen aan de deur.
B
Aankopen aan de deur en op straat.
C
Aankopen aan de deur, op straat en bij verkoopdemonstraties.
D
Aankopen aan de deur, op straat, bij verkoopdemonstraties en op vakanties.
Slide 14 - Quizvraag
In welk geval geldt het consumentenrecht
A
Je koopt een ongebruikte spelcomputer van een vriend.
B
Je koopt in de winkel een sterk afgeprijsde jas.
C
Je koopt op de rommelmarkt een fiets.
D
Je krijgt € 10 zakgeld verhoging.
Slide 15 - Quizvraag
Op de vrijmarkt verkoopt Jos saté die onvoldoende gekoeld wordt bewaard. Welke wet wordt hier overtreden?
A
Colportagewet
B
Warenwet
C
Wet productaansprakelijkheid
D
Wet koop op afstand
Slide 16 - Quizvraag
de NVWA... (maak de zin af)
A
...ziet toe op veilig voedsel en veilige consumenten producten.
B
... onderzoekt of bedrijven niet de prijs onnodig hoog maken.
C
... doet uitspraak bij klachten van consumenten over producten.
D
...onderzoekt of bedrijven eerlijk met elkaar concurreren.