K1 P2 W6 Lesson 3: Grammar Revision Ch4

Welcome K1A
Be ready!
Bags on the floor and coats off. 
Grabb your Stepping Stones B book. 

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome K1A
Be ready!
Bags on the floor and coats off. 
Grabb your Stepping Stones B book. 

Slide 1 - Tekstslide

  • Grammar revision Chapter 4

*SO Engels Chapter 4 on Friday!
For today's lesson:

Slide 2 - Tekstslide

Lesson goals: 
You can use the grammar of Chapter 4 correctly. 

Slide 3 - Tekstslide

What do you remember about the articles?

Slide 4 - Woordweb

Articles
In het Engels heb je de volgende lidwoorden: 
the / a / an

1. the betekent de/het en kan altijd gebruikt worden. 
2. a betekent een en wordt gebruikt bij woorden die met een medeklinkerklank beginnen.
3. an betekent een en wordt gebruikt bij woorden die met een klinkerklank beginnen. 

Slide 5 - Tekstslide

A
AN
tower
horse
elephant
present
hour
book
invitation

Slide 6 - Sleepvraag

banana
A
a
B
an

Slide 7 - Quizvraag

apple
A
a
B
an

Slide 8 - Quizvraag

game
A
a
B
an

Slide 9 - Quizvraag

avatar
A
a
B
an

Slide 10 - Quizvraag

European
A
a
B
an

Slide 11 - Quizvraag

X-ray
A
a
B
an

Slide 12 - Quizvraag

university
A
a
B
an

Slide 13 - Quizvraag

hour
A
a
B
an

Slide 14 - Quizvraag

I can use articles.
A
Yes, I can
B
No, I can't
C
Yes and no, I can use some but not all

Slide 15 - Quizvraag

What do you remember about the present continous?

Slide 16 - Woordweb

Present Continuous

Je gebruikt de present continuous dus om aan te geven dat iets NU aan de gang is. 

Je maakt de present continuous door am/are/is + werkwoord + ing te gebruiken. 

voorbeeld: I am teaching English. 


Slide 17 - Tekstslide

Present continous

Opdracht: Maak of kies bij de volgende zinnen de juiste vorm van de Present Continous. 


Slide 18 - Tekstslide

We ... the dishes right now.

A
are doing
B
am doing
C
are do
D
is doing

Slide 19 - Quizvraag

Look! They ... him his present.
A
are give
B
is giving
C
are giving
D
were giving

Slide 20 - Quizvraag

He ___ (to play) videogames with friends.

Slide 21 - Open vraag

Hannah ___ (to watch) a film.

Slide 22 - Open vraag

My parents ___ (to sweep) the street right now.

Slide 23 - Open vraag

I can make & use the present continuous.
A
Yes, I can
B
No, I can't
C
A little bit.

Slide 24 - Quizvraag

Homework

Make/finish:
-


Study:
SO:
Grammar chapter 4 (NIET imperative)
Vocabulary chapter 4

Slide 25 - Tekstslide