les 2 Bacteriën en schimmels

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Thema 4 Ordening

herhalen leerdoelen

Basisstof 1 : Organismen ordenen.

4.1.1 Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.

4.1.2 Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.

leerdoelen

Basisstof 2 : bacteriën en schimmels

4.2.1 Je kunt de kenmerken van bacteriën noemen.

4.2.2 Je kunt de kenmerken van schimmels noemen.

4.2.3 Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor de mens en de natuur.

4.2.4 Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor mensen.

bacteriën

Eencellig organismen zonder celkern en zonder bladgroenkorren maar wel een celwand. 

Niet zichtbaar met het blote oog. 

Alleen zichtbaar met een elektronenmicroscoop.

Met zweepharen kunnen ze bewegen

voortplanting bij bacteriën

delen

Bacteriekolonie : verzameling bacterië

De celwand zorgt voor de stevigheid van een cel. Alle bacteriën en de cellen van schimmels en planten hebben een celwand. De cellen van dieren hebben geen celwand.

ontstaan uit 1 bacterië cel

schimmels

Kan eencellig of meercellig.

Hebben geen bladgroenkorrels maar wel een celwand en celkern.

eencellig :gisten

eencellig

meercellig bestaan uit lange dunne draden (schimmeldraden)

eencellig

voortplanting schimmels.

Eencellige schimmels

voortplanting schimmels.

meercellige door sporen. 

Sporen zijn nieuwe schimmel cellen waar nieuwe schimmels uit ontstaan.

Sporen kunnen ontstaan aan het einde van schimmeldraden of in speciale organen zoals een paddelstoel.

nuttige bacteriën en schimmels

De meeste soorten bacteriën en schimmels leven van dode resten van organismen. 

In de natuur ruimen bacteriën en schimmels de resten van organismen op. Daarbij ontstaan voedingsstoffen voor planten.

 Bacteriën en schimmels worden daarom reducenten genoemd.

bacteriën 

schimmels

antibiotica wordt gemaakt van penicilline (schimmel)

schadelijk

voedselbederf

ziekteverwekkers (bacterie)

infecties (schimmels)

Huiswerk

opdracht 1 t/m 10

BLZ: 210 t/m 223

Je kan elke vorm van bacteriën nooit met het blote oog zien

In een groengekleurde schimmel vindt fotosynthese plaats.

Onderdeel 3 noem je sporen