Van ontspanning tot het einde van de Koude Oorlog les 5

De Koude Oorlog

Periode 1970-1991

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Koude Oorlog

Periode 1970-1991

Slide 1 - Tekstslide

Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De invoering van de euro (januari 2002)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)

Slide 2 - Quizvraag

Zes gebeurtenissen tijdens de Koude Oorlog:
1. Bouw van de Berlijnse Muur
2. Cuba-crisis.
3. Einde van communistische macht in Oost-Europa.
4. Korea-oorlog.
5. Ontstaan van vijandige blokken.
6. Ontstaan van wapenwedloop met kernwapens.
Zet bovenstaande zes gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde:

A
5 --> 6 --> 4 --> 1 --> 2 --> 3
B
5 --> 4 --> 6 --> 1 --> 2 --> 3
C
5 --> 6 --> 1 --> 4 --> 2 --> 3
D
5 --> 6 --> 4 --> 2 --> 1 --> 3

Slide 3 - Quizvraag

Nieuwe stof
Leerdoel: Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen het einde van de Koude Oorlog had in Europa.

Slide 4 - Tekstslide


Einde van het communisme
vanaf 1989



  • 16 november 1989: communistische leider van Bulgarije wordt afgezet
  • 28 november 1989: communistische partij van Tjechoslowakije staat macht af
  • 25 december 1989: communistische leider Roemenië wordt terechtgesteld
  • april 1990: vrije verkiezingen in delen van Joegoslavië

Slide 5 - Tekstslide


Duitsland wordt herenigd
3 oktober 1990



  • Sommigen zien een herenigd Duitsland als een gevaar voor de vrede in Europa. 
  • Dat blijkt erg mee te vallen: Duitsland is één van de grote voorvechters voor een sterk Europa.

In 1990 werden de twee Duitsland weer één land. Sommige mensen, zoals de Britse tekenaar Bill Caldwell, zagen daarin een groot gevaar. Hij maakte deze spotprent met de titel: The March of the Fourth Reich

Slide 6 - Tekstslide

Einde van de Sovjet-Unie
25 december 1991


  • Veel verschillende volken willen niet meer bij de Sovjet-Unie horen > nationalisme komt terug

  • In 1991 houdt de Sovjet-Unie dan ook op te bestaan: grote delen van de Sovjet- Unie worden onafhankelijke landen, zoals Oekraïne, Wit-Rusland en Armenië.

  • Het deel dat nog overblijft gaat verder als Rusland o.l.v. Boris Jeltsin.

Slide 7 - Tekstslide

Boedapest-memorandum 1994


Overeenkomst tussen Rusland en Oekraïne:
  1. respecteren van de grenzen en soevereiniteit van Oekraïne
  2. de belofte Oekraïne nooit militair te bedreigen
  3. de belofte Oekraïne nooit economisch onder druk te zetten en zich niet in de Oekraïense politiek te mengen. 
In ruil voor de kernwapens die Oekraïne nog had uit de Sovjet-tijd

Slide 8 - Tekstslide


Nieuwe landen en grenzen
vanaf 1990



  • Door de val van het communisme en de Sovjet-Unie veranderen de grenzen enorm. 
  • Landen vallen uit elkaar (Tsjechoslowakije) of komen juist weer samen (Duitsland). Aan het eind van de 20e eeuw ziet de kaart van Europa er heel anders uit dan aan het begin.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Joegoslavische burgeroorlogen
1991-1999






  • Voorbeeld van het terugkerende nationalisme
  • In Joegoslavië, dat na de Eerste Wereldoorlog was ontstaan, leven veel verschillende volken
  • Na de val van de Sovjet-Unie willen zij (Slovenië, Kroatië en Bosnië-Herzegovina) onafhankelijk worden van Joegoslavië.
  • De Servische minderheid wil dit niet: zij wil juist een Groot Servië.

Slide 12 - Tekstslide





  • De Servische leider Milošević begint oorlogen in Slovenië en Kroatië, maar die verliezen de Serviërs al snel (1991).

  • In Bosnië-Herzegovina duurt de oorlog echter drie jaar (1992-1995)

  • Pas als de NAVO ingrijpt, komt er een akkoord en wordt Bosnië-Herzegovina een onafhankelijk land.


Slide 13 - Tekstslide


Massamoord in Srebrenica
11 juli 1995





  • Tijdens de oorlogen in Kroatië en Bosnië sturen de Verenigde Naties troepen om de bevolking te beschermen. 
  • Deze troepen zijn licht bewapend om zo neutraal mogelijk te lijken.

Slide 14 - Tekstslide








  • Nederlandse VN-soldaten, Dutchbat, krijgen als taak de stad Srebrenica te beschermen tegen de Servische troepen o.l.v. generaal Mladić
  • In deze stad zitten duizenden Bosnische moslims die zijn gevlucht.
  • Ze hopen dat ze veilig zijn in de stad...
Dutchbat is een afkorting van Dutch Batallion (Nederlands bataljon), het Nederlandse onderdeel van de VN-vredesmacht. Het laatste bataljon, Dutchbat III, was aanwezig bij de val van Srebrenica.

Slide 15 - Tekstslide






  • ...maar op 11 juli 1995 valt het Servische leger Srebrenica aan. 
  • Dutchbat krijgt geen toestemming van de VN om de Serviërs tegen te houden. 
  • Ook als de Servische soldaten de 8000 Bosnische mannen en jongens van hun families scheiden en meenemen, staan de Nederlandse blauwhelmen machteloos

Slide 16 - Tekstslide








  • Later blijkt dat de Serviërs bijna al deze mannen hebben vermoord

  • ‘Srebrenica’ is de grootste massamoord (genocide) in Europa sinds de Holocaust tijdens Tweede Wereldoorlog. 

Slide 17 - Tekstslide






Slide 18 - Tekstslide

Oorlog in Kosovo 1998 - 1999





  • Als de Joegoslavische provincie Kosovo in 1999 onafhankelijk wil worden, stuurt de Milošević een leger om de Servische minderheid te beschermen.

  • Voor de NAVO is de maat nu vol: ze vallen Milošević aan, die zich moet overgeven.

  • In 2001 wordt hij gearresteerd en naar het Joegoslavië Tribunaal in Den Haag gebracht, waar hij in 2006 (voor het einde van zijn rechtszaak) overlijdt.


Slide 19 - Tekstslide

Tsjetsjenië
  •  In 1991 wil de voormalige Sovjet-Republiek Tsjetsjenië onafhankelijk verder tegen de zin van Rusland in.

  • Rusland weet met veel geweld, onder leiding van nieuwe leider Poetin, Tsjetsjenië bij Rusland te voegen

Slide 20 - Tekstslide

Poetin
  • In 1999 werd Vladimir Poetin president.
  • Hij wil van Rusland weer een sterk land maken

  • Om de economie op gang te helpen, voerde hij ingrijpende hervormingen door.
  • Gas en olie bedrijven werden van de staat (Gazprom bijvoorbeeld). Met de opbrengsten versterkte hij het leger.

Slide 21 - Tekstslide

Een autoritair bewind

  • In het Rusland van Poetin is weinig ruimte voor kritiek.
  •  Critici van het bewind, zoals Navalny
  • Poetin kiest voor een autoritaire stijl van regeren: het gezag ligt bij hem en zijn vertrouwelingen. 
  • Er worden regelmatig verkiezingen gehouden, maar tegenstanders van het bewind mogen niet meedoen.
  • De staat houdt toezicht op de media en dwingt ze om Poetin te steunen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

De ramp met vlucht MH-17

  • In 2014 brak er een opstand uit in Oost-Oekraïne. De opstandelingen werden geholpen door Russische militairen. 
  • Op 17 juli 2014 werd een overvliegend passagiersvliegtuig op weg naar Maleisië geraakt door een luchtdoelraket. Op de foto zie je een brokstuk van het toestel. 298 mensen verloren het leven, onder wie 196 Nederlanders. Volgens onderzoekers hadden Russische militairen in Oost-Oekraïne de raket afgevuurd, maar Poetin wees elke verantwoordelijkheid af.

Slide 24 - Tekstslide

Maidanopstand in Oekraïne (2014)


 Poetin wil niet dat het Westen invloed krijgt in de buurlanden van Rusland. Toen Oekraïne een verdrag wilde sluiten met de Europese Unie, was Poetin daar fel tegen. Hij zette de Oekraïense president onder druk om het verdrag niet te tekenen. Maar toen deze weigerde zijn handtekening te zetten, brak er in Kiev een bloedige opstand uit. De Oekraïense president werd afgezet en een prowesterse regering nam de macht over.

Slide 25 - Tekstslide

Annexatie van de Krim 



Poetin vond de machtswisseling in Oekraïne onaanvaardbaar. Hij wilde het land straffen en de wereld laten zien dat Rusland niet over zich heen liet lopen. Als doelwit koos hij de Krim: een schiereiland in de Zwarte Zee, dat Rusland in 1954 aan Oekraïne had gegeven. Begin 2014 namen Russische militairen er de macht over. Hier zie je hen bij een blokkade. Een jaar later werd de Krim bij Rusland ingelijfd.

Slide 26 - Tekstslide

Welke staten zijn na het einde van de Koude Oorlog uiteengevallen?
A
de Sovjet-Unie en Duitsland
B
Joegoslavië en de Sovjet-Unie
C
Frankrijk en Hongarije
D
Hongarije en Italië

Slide 27 - Quizvraag

Uit welke volkeren bestond een nieuwe 'veelvolkerenstaat' Joegoslavië?
A
Kroaten, Bosniërs, Serven
B
Bulgaren, Litouwers, Polen
C
Hongaren, Bulgaren en Tartaren
D
Kroaten, Serven en Albanezen

Slide 28 - Quizvraag

Wat heeft Nederland te maken met de oorlog in Joegoslavië?
A
Nederlands leger vocht daar
B
Nederlandse VN soldaten vochten daar
C
Nederlandse kolonies waren daar
D
Niets

Slide 29 - Quizvraag