4.6 Reageren met hormonen

4.6 Reageren met hormonen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.6 Reageren met hormonen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
  • Je weet hoe hormonen werken
  • Je weet welke functies hormonen hebben

Slide 2 - Tekstslide

Hoe werken 
hormonen?

  • Wat zijn hormonen?
  • Hormonen zijn regelstoffen

  • Hormoonklieren maken deze stoffen
  • Bij signaal (van zenuwcel of ander hormoon) geven de cellen stoffen af aan het bloed



Slide 3 - Tekstslide

hormonen
  • je kunt van een aantal hormonen uitleggen hoe ze werken en waar ze worden gemaakt. Lees dit op pagina 71 in je boek



Slide 4 - Tekstslide

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
hormoonklieren

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de functie van hormonen?
A
hormonen regelen de werking van organen die er gevoelig voor zijn
B
hormonen zorgen voor de voeding van veel hormoonklieren
C
hormonen zorgen voor snelle reacties op bepaalde prikkels

Slide 6 - Quizvraag

Welke andere hormonen beïnvloeden vooral de werking van de eierstokken
A
Hormonen uit de alvleesklier
B
Hormonen uit de hypofyse
C
Hormonen uit de schildklier
D
Hormonen uit een bijnier

Slide 7 - Quizvraag

Hormonen werken sneller dan impulsen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Waarom hebben hormoonklieren geen afvoerbuizen?
A
Omdat ze de hormonen rechtstreeks aan de doelcellen geven
B
Omdat ze hormonen aan het bloed afgeven
C
Omdat hormonen via de zenuwen gaan
D
Ze hebben wel afvoerbuizen

Slide 9 - Quizvraag

Wat regelen de hormonen uit de alvleesklier?
A
adrenaline in je bloed
B
hoeveelheid suiker in je bloed
C
geven hormonen af
D
zorgen voor verbranding

Slide 10 - Quizvraag

Welke hormoonklier produceert hormonen voor de ontwikkeling van eicellen?
A
Eierstok
B
Hypofyse

Slide 11 - Quizvraag

De eilandjes van Langerhans maken de hormonen insuline en glucagon
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Je mag gaan werken aan je opdrachten!

Slide 13 - Tekstslide