Begrippen H2 Steden - Aardrijkskunde

Begrippen H2 Steden - Aardrijkskunde

Pincode invullen!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Begrippen H2 Steden - Aardrijkskunde

Pincode invullen!

Slide 1 - Tekstslide

In deze herhalingsles...
gaan we een paar begrippen en theorieën herhalen van H2 van buiteNLand.
Als je goed scoort voor dit oefenmoment, is dat GEEN garantie voor een goed cijfer voor het proefwerk morgen!

Hoe je moet leren voor AK, staat in je STUVA-map!

Slide 2 - Tekstslide


Wat betekent bebouwingsdichtheid?
A
Het aantal woningen per hectare.
B
Het aantal woningen in een stad.
C
De isolatie waarde van muren.
D
Hoeveel woningen een stad wil bouwen.

Slide 3 - Quizvraag

Bebouwingsdichtheid
Een plek met miljoenen mensen vlak op elkaar is zonder twijfel een stad, maar wat is nou eigenlijk een stad? Elke stad heeft 
een hoge bevolkings- en
bebouwingsdichtheid  met daarbij veel hoogbouw;

Slide 4 - Tekstslide


Waar ligt het Groene Hart?
A
in de Saharawoestijn.
B
Gebied midden in de Randstad met weilanden natuur.
C
Midden in New York.
D
Centraal Europa.

Slide 5 - Quizvraag

B Gebied midden in de Randstad met weilanden natuur


Slide 6 - Tekstslide

Welke van deze steden is een megastad (meer dan 10 miljoen mensen)?
A
Amsterdam.
B
Berlijn.
C
Tokyo.
D
Istanbul.

Slide 7 - Quizvraag

C Tokyo

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer is er sprake van suburbanisatie?
A
Mensen trekken van de stad naar het platteland.
B
Mensen trekken van het platteland naar de stad.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide


Wat zijn zelfbouwwijken?
A
Een wijk waar mensen een eigen huis mogen ontwerpen.
B
Wijken die zijn ontstaan zonder toezicht.
C
Suburbs.
D
Central Business District.

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wie is verantwoordelijk voor de stadsplanning?
A
Burgemeester.
B
Provinciebestuur.
C
Parlement.
D
Stadsbestuur.

Slide 13 - Quizvraag

D stadsbestuur

Slide 14 - Tekstslide


Wat valt niet onder infrastructuur?
A
Straten.
B
Riolering.
C
Verlichting.
D
Achtertuinen.

Slide 15 - Quizvraag

D Achtertuinen vallen niet onder infrastructuur

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een megastad en een wereldstad?
A
Megastad heeft meer inwoners.
B
Wereldstad heeft veel inwoners en veel invloed op de wereld.
C
In een megastad zit de regering.
D
Wereldstad is altijd de grootste stad van het land.

Slide 17 - Quizvraag

B Veel inwoners en veel invloed

Slide 18 - Tekstslide

Waarom doet een stad aan citymarketing?
A
Voor de zaterdagmarkt.
B
Om te zorgen dat mensen naar de stad komen.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide


Wat betekent inbreiding?
A
Het bouwen binnen bestaande bebouwing.
B
Het bouwen aan de grenzen van bestaande bebouwing.
C
Het samenvoegen van woningen.
D
Het verbouwen van kantoren naar woningen.

Slide 21 - Quizvraag

A bouwen binnen bestaande bebouwing

Slide 22 - Tekstslide

Tot 10:55!
1. Samenvatting maken §2.1 t/m §2.5;

2. Begrippen ZELFSTANDIG LEREN.

Slide 23 - Tekstslide