Blok 5-Het sportcentrum. Blok 6- Het gezondheidscentrum

Mens en activiteit
Blok 5 
Het sportcentrum

Blok 6
Het gezondheidscentrum 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Mens en activiteit
Blok 5 
Het sportcentrum

Blok 6
Het gezondheidscentrum 

Slide 1 - Tekstslide

Theorie blok 5 en 6
1: Rooster maken

2: Organiseren van activiteiten voor een doelgroep



Slide 2 - Tekstslide

Rooster maken

Slide 3 - Tekstslide

Waarom maak je een rooster?

Slide 4 - Open vraag







De organisator van de activiteit maakt voor de deelnemers een rooster. 
Als je een activiteit organiseert waarbij meerdere mensen op verschillende tijden aanwezig moeten zijn dan is een duidelijk overzicht belangrijk.

Slide 5 - Tekstslide

Een rooster is een schema waarin is vastgelegd welke taken en gebeurtenissen op welke momenten moeten gaan plaatsvinden.

Slide 6 - Tekstslide

Een rooster kan ook gebruikt worden om personen in te delen. 

De deelnemer kan dan zien wanneer hij verwacht wordt. Dit voorkomt stress bij de organisatoren en bij de deelnemers.

Slide 7 - Tekstslide

Richtlijnen voor het maken van een rooster
  1. Maak een lijst van activiteiten die ingeroosterd moeten worden.

  2. Bepaal hoeveel tijd er voor elke activiteit nodig is. 

  3. Bekijk wanneer er tijd beschikbaar is. 
  4. Verdeel de activiteiten/momenten over de beschikbare dagen of dagdelen.
  5. Deel personen in bij de activiteiten.


Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld van een rooster
Tijd
Activiteit 1
Activiteit 2
Activiteit 3
09.00- 10.00
Jeroen
Marieke
Rachelle
10.00- 11.00
Liesbeth
Jurjen
Noortje
11.00- 12.00
Cornelis 
Ahmid
Job

Slide 9 - Tekstslide

Communicatie
Wanneer het rooster klaar is, moet dit onder de deelnemers worden verspreid. Dit kan per post of per e-mail. Daarnaast is het belangrijk dat het rooster duidelijk zichtbaar wordt opgehangen in de ruimte waar de activiteiten plaatsvinden of in een centrale hal.

Slide 10 - Tekstslide

Organiseren van activiteiten voor een doelgroep

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een doelgroep?
A
Groep mensen die je begeleid.
B
Groep mensen voor wie je een activiteit organiseert.
C
Groep mensen met een doel.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een homogene groep?
A
een groep waarvan de leden dezelfde kenmerken hebben
B
een groep waarvan de leden andere kenmerken hebben
C
een groep met alleen maar jongens
D
ik heb echt geen idee

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een heterogene groep?
A
een groep waarvan de leden dezelfde kenmerken hebben
B
een groep waarvan de leden andere kenmerken hebben
C
een groep met alleen maar meisjes
D
ik heb echt geen idee

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide