WI VWO 2 H2

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

H2 - Afstand en oppervlakte

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis - Cirkels en lijnen

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis - Cirkels en lijnen
Wat is een cirkel?

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis - Cirkels en lijnen
Het punt in het midden van de 
cirkel is het middelpunt

"Elk punt op de cirkel ligt even ver
van het middelpunt"

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis - Cirkels en lijnen
straal: de afstand van het 
middelpunt naar een punt 
op de cirkel

Slide 6 - Tekstslide

Voorkennis - Cirkels en lijnen
diameter: diameter loopt van 
de ene naar de andere kant
van de cirkel.

Diameter is altijd 2x zo
lang als de straal!

Slide 7 - Tekstslide

Voorkennis - Coördinaten
Je moet ook weer met 
coördinaten kunnen werken.


Hoe noteer je coördinaten?

Wat zijn de coördinaten van
het middelpunt (M) en punt A?

Slide 8 - Tekstslide

§2.1 - Afstanden

Slide 9 - Tekstslide

§2.1/2.2 - Afstanden
Leerdoelen:
  1. Je kunt een cirkel gebruiken om te werken met afstanden tot een gegeven punt.
  2. Je kunt evenwijdige lijnen gebruiken om te werken met afstanden tot een gegeven lijn
  3. Je kunt de middelloodlijn gebruiken om te werken met afstanden tot twee gegeven punten.
  4. Je (her)kent de wiskundige notatie(s) van het bovenstaande

Slide 10 - Tekstslide

§2.1A - Cirkels en afstanden
Alle punten op een cirkel liggen op dezelfde afstand (straal) van het middelpunt.


Stel je hebt een cirkel met middelpunt M 
en een straal van 2 cm


 

Slide 11 - Tekstslide

§2.1A - Cirkels en afstanden
Stel je hebt een cirkel met middelpunt M 
en een straal van 2 cm


Notatie: ⊙(M, 2cm)
 

Slide 12 - Tekstslide

§2.1A - Cirkels en afstanden
Binnen - en buitengebied

⊙(M, 15cm)              Straal = 15 cm

Alle punten P waarvoor geldt PM = 15 cm



Slide 13 - Tekstslide

§2.1A - Cirkels en afstanden
Binnen - en buitengebied

⊙(M, 15cm)              Straal = 15 cm

Alle punten P waarvoor geldt PM = 15 cm
Alle punten P waarvoor geldt PM < 15 cm (binnengebied)


Slide 14 - Tekstslide

§2.1A - Cirkels en afstanden
Binnen - en buitengebied

⊙(M, 1,5cm)              Straal = 1,5 cm

Alle punten P waarvoor geldt PM = 1,5 cm( op de cirkel)
Alle punten P waarvoor geldt PM < 1,5 cm( binnen de cirkel)
Alle punten P waarvoor geldt PM > 1,5 cm (buiten de cirkel)

Slide 15 - Tekstslide

§2.1B - Lijnen en afstanden
Stel, ik heb een punt R en een lijn l

Wat is de kortst mogelijke afstand van dit punt tot de lijn?

Slide 16 - Tekstslide

§2.1B - Lijnen en afstanden
Afspraak: 

de afstand tussen een punt en een lijn = de lengte van het kortst mogelijke verbindingsstuk 


Slide 17 - Tekstslide

§2.1B - Lijnen en afstanden
Het verbindingsstuk raakt de lijn in de loodrechte projectie

Voor de notatie gebruiken we een  '  (accent)

Slide 18 - Tekstslide

§2.1B - Lijnen en afstanden
Stel ik heb een punt A en een lijn l

We tekenen de loodrechte projectie A'

Slide 19 - Tekstslide

§2.1B - Lijnen en afstanden
Notatie:

afstand tussen punt A en lijn l:          d(A,l)
afstand tussen punt A en A':                d(A,A')

Slide 20 - Tekstslide

§2.1B - Lijnen en afstanden
Notatie:

afstand tussen punt P en lijn l:          d(P,l)
afstand tussen punt P en P':                d(P,P')

En deze zijn even lang: dus          d(P,l) = d(P,P')

Slide 21 - Tekstslide

§2.1B - Lijnen en afstanden
Hier vormen twee evenwijdige lijnen een bepaalde afstand tot een lijn.




Slide 22 - Tekstslide

§2.2A - Middelloodlijn en afstanden
Stel, er zijn twee dorpjes:   

Oostveen en Westdam
Ik sta op een onbekende plek. Ik ben even ver van Oostveen als van Westdam. Waar sta ik?


Slide 23 - Tekstslide

§2.2A - Middelloodlijn en afstanden
Er zijn veel mogelijkheden waarbij ik even ver verwijderd ben van beide punten. Al deze punten vormen de middelloodlijn.


Slide 24 - Tekstslide

§2.2A - Middelloodlijn en afstanden
Middelloodlijn:  Ik heb een voorbeeld lijnstuk AB


Slide 25 - Tekstslide

§2.2A - Middelloodlijn en afstanden
Middelloodlijn:  Ik heb een voorbeeld lijnstuk AB

1. De middelloodlijn gaat door het midden van het lijnstuk AB.
2. De middelloodlijn staat loodrecht op dit lijnstuk.

Hieruit volgt dat elk punt op de middelloodlijn evenver ligt van A als B

Slide 26 - Tekstslide

§2.2A - Middelloodlijn en afstanden

Slide 27 - Tekstslide

§2.2A - Middelloodlijn en afstanden

Slide 28 - Tekstslide

§2.2A - Middelloodlijn en afstanden

Slide 29 - Tekstslide

§2.2A - Middelloodlijn en afstanden
Middelloodlijn tekenen


1. Teken een verbindingsstuk tussen twee punten
2. Zoek het midden van de lijn met je geodriehoek (markeer dit punt met potlood)
3. Teken vervolgens een lijn loodrecht op het verbindingsstuk, door je punt heen

Slide 30 - Tekstslide

§2.2A - Middelloodlijn en afstanden
Samen oefenen

Slide 31 - Tekstslide

§2.2A - Middelloodlijn en afstanden

Slide 32 - Tekstslide

Samengevat
 Afstand tot 1 lijn --> Evenwijdige lijn

Afstand tot 1 punt 
--> Cirkel 

Afstand tot 2 punten --> Middelloodlijn
PM =1,5
d(P,l)= 1
PA=PB

Slide 33 - Tekstslide

§2.2A - Middelloodlijn en afstanden
Maken: les 3 van de taakwijzer.
timer
15:00

Slide 34 - Tekstslide

We gaan construeren

Slide 35 - Tekstslide

§2.2B - Middelloodlijnen in een driehoek

Slide 36 - Tekstslide

§2.2C - Omgeschreven cirkel van een driehoek

Slide 37 - Tekstslide

Zelfwerkzaamheid - H2
Maken:

2.2B
2.2C



Slide 38 - Tekstslide

§2.3A - Bissectrice
  • Wat is een bissectrice
  • Hoe teken je een bissectrice
  • Hoe construeer je een bissectrice

Slide 39 - Tekstslide

§2.3A - Bissectrice
  • Wat is een bissectrice
  • Hoe teken je een bissectrice
  • Hoe construeer je een bissectrice

Slide 40 - Tekstslide

§2.3A - Bissectrice
  • Wat is een bissectrice
  • Hoe teken je een bissectrice
  • Hoe construeer je een bissectrice

Slide 41 - Tekstslide

Zelfwerkzaamheid - H2
Maken:

2.3A

31 en 36 mag je 
overslaan



Slide 42 - Tekstslide

§2.3B - Ingeschreven cirkel

1. Teken een willekeurige driehoek     △ABC      in je schrift
2. Teken of construeer de bissectrices, vanuit minimaal twee hoeken




Slide 43 - Tekstslide

§2.3B - Ingeschreven cirkel
ingeschreven cirkel: 
In een driehoek snijden de bissectrices 
elkaar in M.




Slide 44 - Tekstslide

§2.3B - Ingeschreven cirkel
ingeschreven cirkel: 
In een driehoek snijden de bissectrices 
elkaar in M.

Voor punt M geldt:
  • d(M,A) = d(M,B) = d(M,C)
  • Vanuit M teken je een ingeschreven cirkel
die alle zijdes raakt.


Slide 45 - Tekstslide

Zelfwerkzaamheid - H2
Maken:

2.3A
2.3B

31 en 36 mag je 
overslaan



Slide 46 - Tekstslide