Pak je boek, schrift, rekenmachine en pen/potlood.
Geen jassen en tassen op tafel!
timer
2:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Economie
Ga rustig & stil klaar zitten.
Pak je boek, schrift, rekenmachine en pen/potlood.
Geen jassen en tassen op tafel!
timer
2:00
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Huiswerk vergeten!
H2.1 Jouw inkomsten en uitgaven deel 2
Zelfstandig aan het werk
Slide 2 - Tekstslide
Mededeling
Toets bespreken
Boeken + schrift controle
Nieuw hoofdstuk nieuwe kansen!
Aantekeningen
Slide 3 - Tekstslide
Stappenplan vragen
Wat word er van je gevraagd?
Welke formule/theorie heb ik hiervoor nodig?
Schrijf een volledige omschrijving/berekening op.( Alles wat je op je rekenmachine intypt schrijf je ook op!
Schrijf je antwoord op.
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik weet hoe ik een begroting van je inkomsten en uitgaven maakt.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe komt er geld binnen?
Hand opsteken!
Slide 6 - Tekstslide
Inkomen
Het geld dat je als persoon of gezin ontvangt.
Leerdoel: Ik kan verschillende soorten inkomens noemen.
Slide 7 - Tekstslide
Inkomen
Het geld dat je als persoon of gezin ontvangt.
Loon of salaris ontvang je als je in dienst bent bij een bedrijf.
Winst is je inkomen als je een eigen bedrijf hebt.
Een uitkering ontvang je van de overheid, bijvoorbeeld als je werkloos of arbeidsongeschikt bent. Ook de kinderbijslag die ouders voor hun kinderen ontvangen, is een uitkering.
Leerdoel: Ik kan verschillende soorten inkomens noemen.
Slide 8 - Tekstslide
Soorten uitgaven
Hand opsteken!
Slide 9 - Tekstslide
Soorten uitgaven
Als je inkomsten hebt, kun je die gebruiken om uit te geven. Het bedrag dat je kunt uitgeven, is je
budget.
Je budget moet je goed zien te verdelen over verschillende soorten uitgaven.
Leerdoel: Ik kan drie groepen uitgaven noemen en er voorbeelden bij geven.
Slide 10 - Tekstslide
Soorten uitgaven
Verschillende soorten uitgaven:
Vaste lasten zijn uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen. Denk aan contributie van de sportclub, een abonnement of huur.
Huishoudelijke uitgaven of dagelijkse uitgaven zijn de uitgaven voor je huishouden. Bijvoorbeeld uitgaven voor boodschappen, voor persoonlijke verzorging, uitgaan en cadeautjes.
Incidentele uitgaven zijn meestal grote uitgaven die je af en toe doet. Bijvoorbeeld voor kleding, nieuwe apparaten of een vakantie.
Leerdoel: Ik kan drie groepen uitgaven noemen en er voorbeelden bij geven.
Slide 11 - Tekstslide
Soorten uitgaven
Hand opsteken!
Slide 12 - Tekstslide
Begroting
Houd je elke maand geld over? Of kom je vaak te kort? Je kunt geldproblemen voorkomen door eerst een overzicht van je inkomsten te maken. Daarna kun je bedenken waaraan je je geld kunt uitgeven.
Met deze gegevens kun je een begroting maken. Een begroting is een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode. Een begroting maak je meestal voor een maand of voor een jaar.
Leerdoel: Ik weet hoe ik een begroting van je inkomsten en uitgaven maakt.