Met een argument ondersteun je een standpunt. Als iemand zegt waaróm hij een bepaalde mening heeft, gebruikt hij een argument. Een argument kun je herkennen aan signaalwoorden als want, omdat, namelijk, immers, .....
- Je zou ook eens naar die winkel moeten gaan, want ze verkopen daar erg goede spullen.
- Dat nieuwe restaurant op de hoek is écht een aanrader. Ze hebben daar namelijk heerlijke burgers.