Klas 2B gymn Montag, den 28. März 2022

Montag, den 28. März 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Wörtertlisten A und B
  • Aussprache: Wiederholung
  • Uhrzeiten: Wie spät ist es?
  • Plauderecke B
  • Hausaufgaben 
  • Zum Schluss
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Montag, den 28. März 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Wörtertlisten A und B
  • Aussprache: Wiederholung
  • Uhrzeiten: Wie spät ist es?
  • Plauderecke B
  • Hausaufgaben 
  • Zum Schluss

Slide 1 - Tekstslide

Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgabe 11.1 (bron 11)
Aufgabe 17.1 (bron 17)

Slide 2 - Tekstslide

Ziele dieser Unterrichtsstunde:
  • Je weet hoe je klinkers en een aantal medeklinkers in het Duits uitspreekt.
  • Je kunt zeggen hoe laat het is in het Duits.
  • Je kunt een gesprek voeren over je lesrooster.
  • Je kunt een e-mail schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Wörterlisten A und B
Übersetzen

Slide 4 - Tekstslide

Aussprache
Wiederholung:
a ä /  o ö / u ü 
i/ei/eu/au/äu
z/s/ss/ß
sch /sp/st
ch

Slide 5 - Tekstslide

Uhrzeiten
Wie spät ist es? 




Slide 6 - Tekstslide

Plauderecke B  Seite 75
  • Aufgabe 15.2 Sprechen
  • Vertaal de zinnen in het Duits in je schrift!!
  • Klaar: Wörterlisten leren, Plauderecken leren,
  • Bespreken Aufgabe 15.2
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Hausaufgaben: 
Lernen: Plauderecke A+B Seite 68 TB
Lernen: Wörterliste A+B Seite 76-77
Lernen: Grammatik A+B +C Seiten 75-76  + aantekeningen (in stam e en in stam a + aantekeningen der-Gruppe)

Machen:
Aufgabe 14.4  Seite 74 ->maken + voorbereiden. Denk om de uitspraak!
Afmaken Aufgabe 15.2 Seite 75



Plauderecke B Aufgabe 15.1 15.2 Seite 75

Slide 8 - Tekstslide

Hören   Seite 71
Aufgabe 13.4 
AG's => wat zijn dit?

Slide 9 - Tekstslide

Sprechen und Stundenplan:
Seite 76

  • Vul onafhankelijk van je buurman/-vrouw Stundenplan B in.
  • Partner A moet ontdekken wat de ontbrekende vakken zijn.
  • Oefen het gesprek.
  • Ruil daarna van rol.
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Schreibecke   Seiten 78-79
Bespreken Schreibecke TB bron 18 Seite 72

  • Aufgabe 18.1 + TB bron 18.
  • Hulpmiddel TB bron 17 + Wörterlisten.
  • Zelfstandig maken.
  • Klaar: Leren grammatica, woordjes, Plauderecken (WRTS/Quizlet/kaartjes maken)
  • Bespreken Aufgabe 18.1
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Grammatik: Wiederholung
  1. der Raum mv
  2. die Aufgabe mv
  3. das Kompliment mv
  4. die Tafel mv
  5. er .... sprechen
  6. du .... gehen
  7. ihr ..... lesen
  8. es .... finden
  9. sie (enkelvoud) .... nehmen
  10. Fransis ..... schwimmen
  11. ons/onze ...... Eltern
  12. jouw ...... Training
  13. jullie ....... Oma
  1. wir .... tragen
  2. das Auto ..... stoßen
  3. So etwas .... lassen er
  4. der Lehrer ..... laufen
  5. ich ..... fahren
  6. mein Hund ..... riechen
  7. ich ..... werden
  8. du ...... haben
  9. ihr ...... sein
  10. du ...... werden
  11. er ...... haben
  12. mijn ...... Fußballschuh
  13. uw ..... Team
  14. zijn ..... Mannschaft

Slide 12 - Tekstslide

Grammatik: der-groep
der-groep bestaat uit: 
  • der die das die (bepaalde lidwoorden)
  • dies-            - deze/dit
  • jed-              - ieder/elk
  • manch-      - menig-/sommige
  • all-                - alle
  • solch-         - zulk/zo’n
  • welch-        - welk

Slide 13 - Tekstslide

Grammatik: der-groep
dies- , jed-, manch-, all-, solch- en welch-
-> willen lijken op de lidwoorden: der die das die

1e stap: Wat is het lidwoord?

Zie schema

Slide 14 - Tekstslide

Vervoegen sterke werkwoorden o.t.t.:
TB Seite 75 sterke werkwoorden met e in stam

Bij sterke werkwoorden met een e in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:
  • du/er/sie/es/man -> i   of   ie  
  • è uitspraak -> i
  • ee uitspraak -> ie

Slide 15 - Tekstslide

Aandachtspunten:
Sterke werkwoorden met e in stam:
  1. gehen, stehen en bewegen -> geen i/ie wissel
  2. geben -> geen ie => i
  3. nehmen -> bij du/er/sie/es/man: h wordt m 
  4. nehmen -> geen ie => dus du nimmst/ er/sie/es/man nimmt
  5. treten -> geen ie => i
  6. treten -> bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op d of t   
       du trittst    dus niet => tritest
       er/sie/es/man tritt   dus niet => tritet

Slide 16 - Tekstslide

Sterke werkwoorden met a in stam
Bij sterke werkwoorden met een a in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:    -> du/er/sie/es/man -> ä

Aandachtspunten:
  • bij laufen en stoßen geldt dezelfde regels als hierboven
  • bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op
       d of t   
       du hältst                   er/sie/es/man hält

Slide 17 - Tekstslide