Hoofdstuk 7.2 Het huishoudboekje van NL

Welkom bij het vak 
Economie


Pak je boek en spullen voor je,
mobieltjes in de telefoonzak, jassen uit en tassen van tafel

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij het vak 
Economie


Pak je boek en spullen voor je,
mobieltjes in de telefoonzak, jassen uit en tassen van tafel

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik les 7.1

Slide 2 - Tekstslide

Verschillende sectoren
Collectieve sector : is de overheid die samen met instellingen die zorgen voor sociale zekerheid. (UWV) Hierbij hebben ze geen winst doel.
Private sector / Particuliere sector : Alle bedrijven die niet tot de collectieve sector, zij hebben wel het doel van Winst.

Slide 3 - Tekstslide

Privatiseren!
De overheid verkoopt het overheidsbedrijf aan 
de particuliere sector.
Denk bijvoorbeeld aan de NS & PostNL

Slide 4 - Tekstslide

Invloeden van de overheid
De overheid kan het gedrag van bedrijven en personen beïnvloeden doormiddel van :
  • Accijns
  • Subsidie

Slide 5 - Tekstslide

Accijns
Is een extra soort belasting, met als doel om de prijs van een product te verhogen.

Slide 6 - Tekstslide

Sportclub
Sportclubs krijgen ook vaak subsidie, omdat het ervoor zorgt dat kinderen / jongeren dan makkelijker kunnen sporten. -->
Hoe leiden subsidies tot een toename in het aantal sportende jongeren?
Een bedrijf (Cif)
Een bedrijf dat milieu vriendelijke producten maakt.

Slide 7 - Tekstslide

Adviesorganen
Instanties die de overheid advies geven:
  • Centraal Planbureau (CPB)
  • Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
  • Sociaal-Economische Raad (SER)
CPB
Bestudeert de gevolgen van het overheidsbeleid en doet voorspellingen over de economie
CBS
Verzamelt, bewerkt en publiceert cijfers voor de overheid, burgers en bedrijven
SER
Adviseert de regering over sociaal-economische onderwerpen, zoals bijv. pensioenen

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoelen

Aan het einde van de les :
Hoe de overheid aan geld komt
Welke uitgaven de overheid heeft
Wat voor soort belastingen er zijn

Slide 9 - Tekstslide

Rijksbegroting en Miljoenennota
  • De derde dinsdag van september = prinsjesdag
  • Troonrede = plannen van de regering voor aankomend jaar
  • Minister van Financiën presenteert de rijksbegroting en miljoenennota

Rijksbegroting = overzicht verwachte inkomsten en uitgaven 
Miljoenennota = uitleg rijksbegroting, welke keuzes gemaakt en waarom?

Slide 10 - Tekstslide

Gemeentelijke inkomsten
Een groot deel van de inkomsten van de gemeente komt van het Rijk. 

Daarnaast betalen burgers en bedrijven gemeentelijke belastingen en heffingen zoals OZB (onroerendezaakbelasting), rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges.
Leges = vergoedingen die je betaald voor bijvoorbeeld je nieuwe ID kaart

Slide 11 - Tekstslide

inkomsten gemeente

Gemeente en provinciefonds
Onroerendzaakbelasting
Rioolheffing
Afvalstoffenheffing
Hondenbelasting


uitgaven gemeente

Infrastructuur
Subsidies verlenen
Onderwijs
Sportvoorzieningen
 Aanleg bedrijventerreinen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

2020
2021

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!

Kader:
Maken: Kader: Opdr. 10, 11 & 12
(Blz. 206 & 207)



rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Begrotingstekort

Meer uitgaven dan inkomsten

Voorkomen door te bezuinigen of inkomsten te verhogen

Tekort = lenen!
Begrotingsoverschot

Meer inkomsten dan uitgaven

Komt Af en toe voor, maar door de huidige corona crisis niet.
De overheid leent van burgers, banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Het totaal aan leningen = staatsschuld

Slide 17 - Tekstslide

Overheidstekort?
* Er moet geld geleend worden: gevolg: er moet rente betaald worden: dit geld kan dus niet aan iets anders worden besteed.
* Hoe komt de overheid aan geld? Ze lenen bv geld bij pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen.
* Mag dit tekort onbeperkt groot worden?
 Nee: Het tekort mag niet groter zijn dan 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp), de schuld mag niet hoger zijn dan 60 procent van het bbp. (vanuit de EU opgelegd)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Aan de slag!

Kader:
Maken: Kader: Opdr. 13 & 14
(Blz. 208)



rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen

Slide 20 - Tekstslide


Directe belastingen

Worden direct aan de belastingdienst betaald.

Het gaat om de belasting over inkomen, winst en vermogen.

Indirecte belastingen

Zitten verwerkt in de prijs van producten en diensten.  Wordt betaald aan de verkoper, die draagt af aan de belastingdienst

Het gaat om btw en accijns.

Belangrijkste inkomsten van de overheid

Slide 21 - Tekstslide

Directe en indirecte belasting

Slide 22 - Tekstslide

Directe belastingen
= belasting op inkomen winst en vermogen

-Loon en inkomstenbelasting
-Dividendbelasting
-Vennootschapsbelasting
-Successierechten
-Kansspelbelasting

Indirecte belastingen= kostprijsverhogende belastingen

- BTW
- Accijns
- Invoerrechten
-Milieuheffingen
-Motorvoertuigenbelasting
-BPM

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!

Kader:
Maken: Kader: Opdr. 15 & 16
(Blz. 209)



rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen

Slide 24 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?

Aan het einde van de les :
Hoe de overheid aan geld komt
Welke uitgaven de overheid heeft
Wat voor soort belastingen er zijn

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video