Renaissance 2

Renaissance 2
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Renaissance 2

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week
Grote veranderingen rond 1500:
  • Humanisme en drukpers leiden tot Renaissance: de wedergeboorte van de Klassieke Oudheid

  • Reformatie en nieuwe technologie (geweren) leiden tot oorlog: in 1568 komen Nederlanden in opstand tegen Spanje

Slide 2 - Tekstslide

Vorige week
Vluchtelingenstroom vanuit Antwerpen (1585) leidt tot culturele en economische opleving Nederland

De zeventiende eeuw wordt 'De Gouden Eeuw'

Slide 3 - Tekstslide

Kennen jullie deze?

Slide 4 - Tekstslide

Kennen jullie deze?

Slide 5 - Tekstslide

Kennen jullie deze?

Slide 6 - Tekstslide

Deze week
Literatuur in de 'Gouden Eeuw'

Slide 7 - Tekstslide

In de 'rederijkerskamers' ontstaat literatuur


  • Boekdrukkunst
  • Groei steden
  • Afname invloed kerk
  • Economische voorspoed
  • Vluchtelingen uit oa België

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Kunstopvatting Renaissance
Translatio: vertalen: voor de starter
Imitatio: navolgen: voor de gevorderde
Aemulatio: overtreffen door toevoegen christelijke elementen

Slide 11 - Tekstslide

Hippe genres: , theater, epigram, embleem, sonnet

Slide 12 - Tekstslide

Hippe genres: , theater, epigram, embleem, sonnet

Slide 13 - Tekstslide

Joost van den Vondel, Gijsbregt van Aemstel

Aemulatio van Vergilius' Aeneis en Aristotles tragedies, over de glorieuze "stichting" van Amsterdam


Slide 14 - Tekstslide

Hippe genres: , theater, epigram, embleem, sonnet

Een kort gedicht (enkele dichtregels), vaak met een woordspeling

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hippe genres: theater, epigram, embleem, sonnet
  • 14 regels
  • Twee strofen van 4 regels (kwatrijnen), gevolgd door twee strofen van 3 regels (terzetten)
  • Een wending, vaak na de achtste regel
  • Rijmschema: abba – abba – cdc – dcd

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Maak opdracht 1, 2, 7 en 9
(blz. 178-181)

Slide 21 - Tekstslide

1.

Slide 22 - Tekstslide

1. 
a. Het motto betekent dat alles kan gebeuren in het leven. Het kan zowel goed als slecht gaan in je leven, en zo moet je je leven ook inrichten.

Slide 23 - Tekstslide

1. 
a. Het motto betekent dat alles kan gebeuren in het leven. Het kan zowel goed als slecht gaan in je leven, en zo moet je je leven ook inrichten.
b. In de Middeleeuwen werd het leven gezien als het voorportaal van de hemel/hel. Bredero benadrukt met zijn motto dat ook het leven op aarde belangrijk is.

Slide 24 - Tekstslide

1. 
a. Het motto betekent dat alles kan gebeuren in het leven. Het kan zowel goed als slecht gaan in je leven, en zo moet je je leven ook inrichten.
b. In de Middeleeuwen werd het leven gezien als het voorportaal van de hemel/hel. Bredero benadrukt met zijn motto dat ook het leven op aarde belangrijk is.
c. Dat Bredero belang hechtte aan het leven, betekent niet dat hij niet meer gelovig was. In de Renaissance balanceerde men tussen de christelijke waarden en een rijk leven op aarde.

Slide 25 - Tekstslide

7. 

Slide 26 - Tekstslide

7. 
a. Hij vergelijkt een hamer een korte tekst/uitspraak, en een stuk ijzer met een lang, slaapverwekkend bericht 

Slide 27 - Tekstslide

7. 
a. Hij vergelijkt een hamer een korte tekst/uitspraak, en een stuk ijzer met een lang, slaapverwekkend bericht 
b. Het epigram is zelf ook kort en krachtig, net als de hamerslag en het korte tekstje waar Huygens over dicht.

Slide 28 - Tekstslide

7. 
a. Hij vergelijkt een hamer een korte tekst/uitspraak, en een stuk ijzer met een lang, slaapverwekkend bericht 
b. Het epigram is zelf ook kort en krachtig, net als de hamerslag en het korte tekstje waar Huygens over dicht.
c. Eigen antwoord

Slide 29 - Tekstslide

9.

Slide 30 - Tekstslide

9. 
a. een 'ware nar' en een 'rijkaard'

Slide 31 - Tekstslide

9. 
a. een 'ware nar' en een 'rijkaard'
b. Warenar is bang om in armoede te vervallen
Rijckert is bang dat Warenar met hem spot omdat hij zijn dochter ten huwelijk wil vragen

Slide 32 - Tekstslide

9. 
a. een 'ware nar' en een 'rijkaard'
b. Warenar is bang om in armoede te vervallen
Rijckert is bang dat Warenar met hem spot omdat hij zijn dochter ten huwelijk wil vragen
c. Het was niet acceptabel om buiten je stand/klasse te trouwen


Slide 33 - Tekstslide

9. 
a. een 'ware nar' en een 'rijkaard'
b. Warenar is bang om in armoede te vervallen
Rijckert is bang dat Warenar met hem spot omdat hij zijn dochter ten huwelijk wil vragen
c. Het was niet acceptabel om buiten je stand/klasse te trouwen
d. Bv. 'Goedendag man', 'Hoe smerig kan hij liegen'

Slide 34 - Tekstslide

9. 
a. een 'ware nar' en een 'rijkaard'
b. Warenar is bang om in armoede te vervallen
Rijckert is bang dat Warenar met hem spot omdat hij zijn dochter ten huwelijk wil vragen
c. Het was niet acceptabel om buiten je stand/klasse te trouwen
d. Bv. 'Goedendag man', 'Hoe smerig kan hij liegen'
e. Warenar leert uiteindelijk om niet gierig te zijn. Die matigheid past goed bij de Renaissance

Slide 35 - Tekstslide

Alvast succes op het proefwerk

Slide 36 - Tekstslide