Basisstof 1: Het skelet

Thema 4: Stevigheid en beweging
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Stevigheid en beweging

Slide 1 - Tekstslide

BS 1:Het skelet
Basisstof 1:
Het skelet

Slide 2 - Tekstslide

B1: Het skelet
Leerdoelen: 
  • Ik ken de delen van het lichaam
  • Ik kan in een afbeelding van het skelet de botten benoemen
  • Ik kan de functies van het skelet noemen

Slide 3 - Tekstslide

 Het skelet

Al je beenderen (botten) samen vormen het beenderstelsel ook wel het skelet.
Het skelet zorgt ervoor dat je rechtop kan staan.

Slide 4 - Tekstslide

Het skelet
De wervelkolom 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

B1: Het skelet
Het skelet van de mens heeft 206 botten

Slide 7 - Tekstslide

B1: Het skelet
Functies van het skelet:
  • Stevigheid
  • Beweging mogelijk maken
  • Bescherming organen
  • Vorm geven aan lichaam

Slide 8 - Tekstslide

B1: Het skelet
Je kunt het skelet van de mens indelen in:
- Hoofd
- Romp
- Ledematen (armen en benen)

Slide 9 - Tekstslide

B1: Het skelet
Botten in het hoofd vormen samen de schedel
Hier horen ook de onder- en bovenkaak bij

Slide 10 - Tekstslide

B1: Het skelet
Schedel wordt gedragen door de wervelkolom:
  • Halswervels
  • Borstwervels
  • Lendewervels
Steunen op heiligbeen en staartbeen

Slide 11 - Tekstslide

B1: Het skelet
Borstkas:
Borstwervels, ribben en borstbeen

Schoudergordel:
Schouderbladen en sleutelbeenderen

Bekkengordel: Heupbeenderen en heiligbeen

Slide 12 - Tekstslide

Ezelsbruggetje!
Ellepijp: 
zit aan de kant van de pink!

Slide 13 - Tekstslide

het skelet is geen orgaanstelsel
A
niet waar
B
waar

Slide 14 - Quizvraag

Skelet
Uit hoeveel botten bestaat jouw skelet?
A
106
B
206
C
176
D
350

Slide 15 - Quizvraag

Welke functie van het skelet wordt hier omschreven: Zonder skelet zou je in elkaar zakken.
A
Stevigheid
B
Vorm
C
Beschermen
D
Bewegen

Slide 16 - Quizvraag

Het skelet
A
is een opslagplaats voor ijzer
B
geeft steun
C
is niet verantwoordelijk voor het aanmaken van boedcellen
D
beschermt inwendige organen

Slide 17 - Quizvraag

Het skelet is een ...
A
organisme
B
orgaanstelsel
C
orgaan
D
cel

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een skelet
A
Een skelet zijn botten in het lichaam
B
Een skelet zijn alle botten in de armen en benen
C
Een skelet is alle botten en spieren in het lichaam
D
Een skelet is het huid van de mens.

Slide 19 - Quizvraag

Ik heb de uitleg begrepen
Yep!
Nope, ik heb een vraag.

Slide 20 - Poll

Aan de slag!

Maken: basisstof 1
timer
8:00

Slide 21 - Tekstslide

B1: Het skelet
Arm: Opperarmbeen, spaakbeen, ellepijp, botten van de hand

Been: Dijbeen, kuitbeen, scheenbeen, botten van de voet

Slide 22 - Tekstslide