formatieve toets evolutie 3 H/V

Evolutie
formatieve toets
je hebt 30 minuten de tijd dan gaan we nakijken.
Succes!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Evolutie
formatieve toets
je hebt 30 minuten de tijd dan gaan we nakijken.
Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Het skelet van de mens zoals dat er nu uitziet, is volgens de evolutietheorie ontstaan uit het skelet van voorouders door veranderingen in het erfelijk materiaal.
Hoe wordt zo’n verandering in het erfelijk materiaal genoemd?
A
evolutie
B
rudimentair element
C
mutatie
D
genen

Slide 2 - Quizvraag

Wat wordt er met deze afbeelding bedoeld? je kan op de afbeelding klikken dan wordt deze groter.
(kies de beste uitleg)
A
Dat mensen van de apen afstammen
B
Dat mensen en apen gemeenschappelijke voorouders hebben.
C
Dat er door micro-evolutie nieuwe soorten zijn ontstaan
D
Dat er veel apen zijn.

Slide 3 - Quizvraag

Soorten veranderen door natuurlijke selectie. Leg uit wat dit inhoud.

Slide 4 - Open vraag

Wat is GEEN argument voor evolutie?
A
Fossielen
B
Rudimentaire organen
C
Overeenkomsten in cellen
D
Uitsterven van soorten

Slide 5 - Quizvraag

Wat is evolutie?
A
het veranderen van gedaante bij een organisme
B
ontwikkeling die een organisme tijdens zijn leven doormaakt
C
het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soorten
D
het groter worden van een populatie

Slide 6 - Quizvraag

In de evolutie geldt survival of the fittest. Welke dieren hebben de hoogste fitnes?

Slide 7 - Open vraag

De evolutie heeft een duidelijk antwoord op de vraag wat was er eerder de kip of het ei. Geef dit antwoord en leg uit.

Slide 8 - Open vraag

De evolutie van het paard is erg interessant. De eerste voorouders van het paard waren zo groot als een hond. Vond de evolutie van het paard plaats voor of na de evolutie van de sauriërs? Leg uit.

Slide 9 - Open vraag

Leg uit hoe de poolhaas aan zijn witte vacht is gekomen.
Gebruik de volgende termen:
- natuurlijke selectie -mutatie -variatie binnen de soort
-survival of the fittest - evolutie

Slide 10 - Open vraag

In een populatie vossen zijn verschillen in fenotypen. Niet alle vossen zijn even groot en even donker gekleurd bijvoorbeeld. Geef twee redenen hiervoor.

Slide 11 - Open vraag

Door geslachtelijke voortplanting gaat de evolutie...….. bij ongeslachtelijke voortplanting
A
sneller dan
B
langzamer dan
C
even snel als

Slide 12 - Quizvraag

Zet de gebeurtenisen op de juiste volgorde van 1 tot 7.
1
2
3
4
5
6
7
het zand en klei verstenen
De dode vis ligt op de zeebodem
De vis gaat dood
de zeebodem stijgt boven de waterspiegel
Zand en klei bedekken de vis
De levende vis zwemt in zee
Door erosie komen aardlagen bloot te liggen

Slide 13 - Sleepvraag

Waarom zijn dino's technisch gezien niet uitgestorven?

Slide 14 - Open vraag

Er zijn bepaalde diersoorten, waarbij het mannetje na het paren sterft. Wat is, evolutionair gezien, hier het voordeel van?

Slide 15 - Open vraag

 7: In de afbeelding zie je een verwantschapsschema van groepen gewervelden.

Slide 16 - Tekstslide

7a : Met welke diergroep delen vogels de meeste kenmerken?

Slide 17 - Open vraag

7b: Welk kenmerk onderscheidt de vogels van deze diergroep?

Slide 18 - Open vraag

8: Lees onderstaande tekst en beantwoord de vraag 

Enkele tijdperken in de geschiedenis van de aarde van oud naar jong zijn:
I : Cambrium (590-480 mlj jaar geleden)
II : Carboon (350-280 mlj jaar geleden)
III : Krijt (135-65 mlj jaar geleden)
IV : Kwartair (2,2 mlj jaar geleden - nu)

Slide 19 - Tekstslide

Geef aan welke soorten er in welke periode leefden. Zet de goede letter achter het goede cijfer van de tijdperken
A: mens en zoogdieren C : Reuzenbomen en - insecten
C : Ongewervelde waterdieren D : Dinosauriërs

Slide 20 - Open vraag

9: Lees de tekst en beantwoord de vraag
De Mexicaanse tetra (Astyanax mexicanus) heeft in korte tijd sterke evolutie ondergaan. In donkere grotten, onderdeel van een ondergronds rivierenstelsel, wordt een variant aangetroffen die zijn ogen heeft verloren. 
De oogloze grottentetra is ontstaan uit een aantal tetra's  met ogen die bij een overstroming in het grottenstelsel terecht zijn gekomen.

Slide 21 - Tekstslide

9a. Kennelijk is het hebben van ogen in grotten een nadeel. Geef een verklaring waarom dit zo is.

Slide 22 - Open vraag

10: Lees onderstaande tekst en beantwoord de vragen.
Diabetes patiënten moeten vaak insuline spuiten. Om voldoende insuline van goede kwaliteit te produceren, worden bacteriën gebruikt. 

Hieronder volgen 4 stappen uit dit proces:
I : De genetisch gemodificeerde bacterie maakt insuline
II : Enzymen knippen het gen voor insuline uit het DNA van een cel van een gezond mens
III : De bacterie neemt het plasmide op
 IV : Het insuline-gen wordt met enzymen in een plasmide geplakt

Slide 23 - Tekstslide

19a: Hoe laat je een bacterie menselijk insuline produceren? Zet de zinnen uit vorige sheet in de goede volgorde

Slide 24 - Open vraag

10b : Hoe noem je een organisme dat een gen van een andere soort heeft gekregen?

Slide 25 - Open vraag