Les 2 H6 Medicatie
1 / 53
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Als Helpende plus hoef je geen uitgebreide kennis van medicijnen te hebben, maar basiskennis is wel noodzakelijk.
Slide 3 - Video
Filmpje over medicatieveiligheid
Slide 4 - Tekstslide
Groepen medicatie
Onder welke groep valt het medicijn.
Zie print en in je studiegids op blz. 13
Werkstuk medicatie
Slide 5 - Link
Filmpje over medicatieveiligheid
Naar deze site verwijzen, staan goede dingen in/op
Slide 6 - Tekstslide
Blz. 103 in boek
Homeopathische middelen: worden bereid uit alleen natuurlijke producten. Ze vallen onder de Geneesmiddelenwet en worden gecontroleerd door de overheid.
Alternatieve geneesmiddelen: zijn kruiden vitaminen en voedingssupplementen. Vallen niet onder de Geneesmiddelenwet.
Opdracht 1 maken
Opdracht 1A
timer
2:00
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Opdracht 1B
timer
1:00
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Een medicijn bestaat uit werkzame stoffen en hulpstoffen.
De werkzame stof in het medicijn bepaalt de werking van het medicijn. De hulpstof is een bindmiddel of werkt volume vergrotend.
Apotheek geeft het medicijn waar de werkzame stof in zit, dit kan het originele medicijn zijn maar ook een merkloos middel. Boek blz. 105
Slide 10 - Link
Opdracht 2 werkzame stof en hulpstof
Opdracht 2 en 3 maken met elkaar
Slide 11 - Link
Op deze site kan je veel vinden over medicijnen.
app op je telefoon FK
Slide 12 - Tekstslide
Blz. 106
Geneesmiddelendistributiesysteem
Slide 13 - Woordweb
Waar denk je dan aan?
Slide 14 - Video
Filmpje over gebruik baxter
Slide 15 - Tekstslide
Blz. 108
Opdracht 5c tweede controle
Slide 16 - Link
toedienen van medicatie Vilans
Dubbel controleren van medicatie >> dubbelparafeer lijst
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
boek blz.110
Slide 19 - Link
Geautomatiseerd baxtersysteem, binnen de zorg doet technologie steeds meer zijn intrede.
Blz.110
Slide 20 - Tekstslide
5 J
De regel van 5 staat voor:
Het juiste medicijn?
De juiste patiënt?
Het juiste tijdstip?
De juiste wijze van toedienen?
De juiste dosis?
en
neemt de client de medicatie in?
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Blz. 111
Er bestaan veel verschillende vormen van pillen, elk met hun eigen functie. Sommige pillen beginnen hun werk in de slokdarm, andere in de maag en weer andere in de darmen. Sommige pillen werken snel en andere werken langzaam.
Capsules moeten heel doorgeslikt worden omdat:
Slide 23 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Dragees moeten heel doorgeslikt worden omdat:
Slide 24 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Richard werkt als helpende in een VVT-instelling. Vandaag heeft hij de zorg voor mevrouw Van Wijk. Tijdens het ronddelen van de medicatie vraagt mevrouw Van Wijk aan hem of hij haar tramadolmedicijn in vier kleine stukjes kan breken. Ze heeft namelijk wat last van haar keel en kan de tablet maar moeilijk doorslikken.
Mag Richard de tramadoltablet in vierstukjes breken?
Mag Richard de tramadoltablet in vierstukjes breken?
Slide 25 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Bij een suspensie is het belangrijk om voor inname goed te schudden zodat de werkzame stof gelijkmatig is verdeelt.
Handig om te weten: zie boek blz.115
Benoemen:
Druppelvloeistof, gels, spray en klysma
Vul de ontbrekende woorden in.
Bij het oog moet de vloeistof ......... gedruppeld worden. Raak het pipetje daarom niet aan met je handen.
Amoxicilline is leverbaar als tablet, capsule en suspensie. De suspensie doseer je met behulp van een..... of .......
Als je last hebt van een verstopte neus kun je gebruikmaken van een ......
Druppelvloeistofmedicijnen die ...... ingenomen moeten worden tel je altijd eerst uit op een lepel.
Bij het oog moet de vloeistof ......... gedruppeld worden. Raak het pipetje daarom niet aan met je handen.
Amoxicilline is leverbaar als tablet, capsule en suspensie. De suspensie doseer je met behulp van een..... of .......
Als je last hebt van een verstopte neus kun je gebruikmaken van een ......
Druppelvloeistofmedicijnen die ...... ingenomen moeten worden tel je altijd eerst uit op een lepel.
Slide 27 - Open vraag
Opdracht 10 boek blz.116
Slide 28 - Tekstslide
Blz. 116
Parenterale toediening: via de huid (crème, zalf of pasta) of via de slijmvliezen (oogdruppels)
Opdracht 11 >> klasikaal
Slide 29 - Tekstslide
Blz. 118
opdracht 12 maken
Slide 30 - Tekstslide
Blz. 119
Met deze vormen van toediening krijg je het meest te maken.
Slide 31 - Tekstslide
Blz. 123
Slide 32 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 33 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 34 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 35 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 36 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 37 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 38 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 39 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 40 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 41 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 42 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 43 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 44 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 45 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 46 - Link
Het toedienen van een microlax
Slide 47 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 48 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 49 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 50 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 51 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 52 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 53 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
