11.2 Weerstand, spanning en stroomsterkte

11.2 Weerstand, spanning en stroomsterkte
Leerdoelen
11.2.1 Je kunt de waarde van een weerstand berekenen.
11.2.2 Je kunt een stroom-spanningdiagram tekenen.
11.2.3 Je kunt een stroom-spanningdiagram aflezen.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11.2 Weerstand, spanning en stroomsterkte
Leerdoelen
11.2.1 Je kunt de waarde van een weerstand berekenen.
11.2.2 Je kunt een stroom-spanningdiagram tekenen.
11.2.3 Je kunt een stroom-spanningdiagram aflezen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Met welke formule kan je de weerstand berekenen?

Slide 4 - Open vraag

Een elektrische tandenborstel moet opgeladen worden. Deze krijgt 12 V en 1.5 A. Wat is de weerstand van de tandenborstel?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Sam doet een practicum waarbij hij de spanning en de stroomsterkte meet. Deze gegevens verwerkt hij tot een U,I-diagram. Zie afbeelding. Over welk voorwerp heeft Sam de spanning en stroom gemeten?
A
Gloeilampje
B
Constantaandraad
C
NTC

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

wat is de waarde van een weerstand met de kleurcode bruin, zwart, zwart?

Slide 10 - Open vraag

Welke weerstand hoort bij de kleurcode:
rood-paars-groen-zwart-goud

Slide 11 - Open vraag

Een weerstand heeft de volgende kleurcode: groen - blauw - bruin. Wat is de waarde van de weerstand?

Slide 12 - Open vraag

Een weerstand heeft een waarde van 470 Ohm. Wat is de kleurcode?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de waarde van een weerstand met de volgende kleurcode:
Groen - blauw - rood - goud

Slide 14 - Open vraag

Wat is de waarde van een weerstand met de volgende kleurcode:
Grijs - oranje - geel - zilver

Slide 15 - Open vraag

Door de weerstand loopt een stroomsterkte van
20 mA (0,02 A).
Bereken de spanning over de weerstand

Slide 16 - Open vraag

Je sluit een lampje aan op een batterij van 10 Volt. Er gaat een stroom lopen van 20 mA. Hoe groot is de weerstand van het lampje? Gebruik R = U:I

Slide 17 - Open vraag

Een lampje met een weerstand van 250 Ω wordt aangesloten op een spanningsbron van 9 Volt. Hoe groot is de stroom die door het lampje gaat lopen? Gebruik R = U:I

Slide 18 - Open vraag

In een nachtlampje zit een weerstand. Over deze weerstand staat een spanning van 12,0 V. Door die weerstand loopt een stroom van 0,025 A.
Bereken de grootte van de weerstand.

Slide 19 - Open vraag

In de schakeling is een weerstand opgenomen. Wat is de functie van de weerstand?

Slide 20 - Open vraag

De spanning in een weerstand is 6V, de weerstand van de weerstand is 50 ohm. Wat is de stroomsterkte?

Slide 21 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een weerstand en een variabele weerstand?

Slide 22 - Open vraag

Een geleider heeft een                             weerstand.

Een isolator heeft een                               weerstand.

hoge
lage

Slide 23 - Sleepvraag

Zet in volgorde van toenemende weerstand

Slide 24 - Sleepvraag